Carnaval
Mesopotamië
Elementen van het carnavalsfeest vinden we terug in de geschiedenis van vele antieke beschavingen zoals in Mesopotamië (ca. 2600 v. Chr.) Tijdens de viering van het Nieuwjaarsfeest hoefden de mensen niet te werken. Slaven waren voor een korte periode gelijk aan hun meesters, het onderscheid tussen de standen werd opgeheven. Aanleiding tot deze rolomkering was het Saceae feest.
Een prachtig versierd pronkschip op wielen werd in een processie meegevoerd naar het heiligdom van de god Mardoek. Aangezien deze god aan het eind van het jaar moest sterven opdat het volk weer met een schone lei aan het nieuwe jaar kon beginnen, werd op het eind van het feest een plaatsvervanger terechtgesteld. Eigenlijk moest de koning geofferd worden maar deze ontsnapte aan zijn plicht door tijdelijk een plaatsvervanger te benoemen.
Germanen
Tijdens de Joelfeesten vierden de Germanen de geboorte van de zon. Centraal stond de vruchtbaarheidsgodin Nerthus. De beeltenis van de god Freyr werd op een schip met wielen geplaatst en door een stoet van mensen in diervermomming er mannen in vrouwenkleren begeleid. Aan boord van het schip werd het huwelijk van Freyr met een priesteres voltrokken, wat door een seksueel ritueel gesymboliseerd werd.
Tijdens deze lentefeesten van de Germanen moest Koning Winter worden verdreven en met hem allerlei boze geesten die door het uitspansel zwalkten en de mensheid teisterden. Daartoe maakten de stervelingen geraas met alles wat daarvoor in aanmerking kwam, eisten van iedereen offers ten behoeve van de voorvaderen en pakten desnoods wat van hun gading was, want ze bezaten, naar wordt beweerd, een zeker 'steelrecht'.
Romeinen
Anderen zijn evenwel van mening dat er een Romeins feest aan ten grondslag heeft gelegen, dat hier met de verbreiding van de Romeinse cultuur is ingevoerd. Gedacht wordt dan met name aan de Saturnalia, waarbij de slaven meesters waren en de meesters slaven. In die omkering van rollen hoorde ook een maskerade van mannen in vrouwenkleren - een grap dus, die niets te maken had met een veraanschouwelijking van kwaadwillende geesten, wat bij de Germanen het geval zou zijn geweest.
Tenslotte is er nog een groep die meent dat de overeenkomsten met zeer oude voorchristelijke feesten schrijven zijn toe aan het toeval: het is immers vanzelfsprekend dat mensen vroeger feestten bij de overgang van seizoenen. Van enige cultuuroverdracht zijn zij niet overtuigd. Andere wetenschappers geloven dan weer niet in de wonderlijke herhaling van dezelfde kernelementen. Zij gaan er van uit dat carnaval uit archetypische oerdenkbeelden gegroeid is.
Hoe het ook zij: geen enkele Carnavalsprins houdt er in Limburg en Brabant zijn joyeuze ommegang zonder met breed vorstelijk gebaar zakken vol karamels, toffees, pepernoten en biscuitjes uit te strooien.
Het woord 'carnaval'
In de middeleeuwen kwamen in het Westen de termen 'carne levam' (vlees opheffen) en 'came vale' (vlees vaarwel) voor. De Franse folklorist Varagnas acht het onwaarschijnlijk dal het woord 'carnaval' afgeleid zou zijn van 'came vale' omdat de Europese plattelandsbevolking tot laat in de middeleeuwen zelden vlees at.
Andere geleerden suggereren het begrip 'carrus navalis', dat naar de scheepswagen verwijst die in de optochten voorkwam. Zekerheid is er echter niet.
Over de herkomst van het woord 'Vastenavond' bestaat er al evenmin eensgezindheid. 'Vastelavent' - de avond of dag voor de vasten - komt al voor in geschriften van 1290. In dezelfde eeuw duikt ook het woord 'Fasnacht' op, waarbij de ontbrekende 'l' niet door een schrijffout verklaard moet worden: 'fas' zou namelijk van het werkwoord 'faseln' afgeleid zijn, wat 'rijke vruchten voortbrengen' en ook 'bazelen, onzin uitslaan' betekent. Sommige bronnen beweren dat de Kerk die 'l' er later aan toegevoegd heeft om de link met de Vasten te leggen.
Omdat men tijdens de vasten geen vlees maar wel vis mocht eten, legden veel mensen een grote voorraad haringen aan. Ze moesten het dagelijkse spek vervangen. De haringen werden dan ook schertsend ‘spek met steerten' genoemd.
Het getal elf
Het getal elf speelt een rol van betekenis in het hele carnavalsgebeuren. Op de elfde van de elfde maand benoemen carnavalsverenigingen een Raad van Elf en kiezen zij een nieuwe Prins Carnaval. Omtrent de reden van het belang van het getal lopen de meningen uiteen. Sommigen stellen dat de elfde van de elfde maand een wezenlijke datum is omdat hij exact 40 dagen voor Kerstmis valt. Elf november is ook de feestdag van Sint Maarten. Volgens anderen is het getal elf dan weer afgeleid van het Oudgermaanse 'alf', een lucht- of watergeest. Het begrip 'alfsch', dat al uit de middeleeuwen stamt, betekent zot of dwaas. 'Alfen' is schertsen, iemand beetnemen.
Maskers
Het woord 'masker' zou van het Arabische 'maskara' afkomstig zijn: grappenmaker of nar. Mettertijd is deze vorm vergroeid met 'maskö(n)', een Oud- Germaans woord voor heks of demonisch wezen. Carnaval is een feest van de overwinning. Met carnaval heeft
de zomer de winter overwonnen. Het is dus ook een soort afsluitingsfeest van het jaar.
Schieter
Het carnavalsymbool van de inwoners van Malmédy is een paal of een schieter, één van de belangrijkste gereedschappen van bakkers en brouwers. De boldgi (boulanger, bakker) is er in het wit gekleed en draagt meestal een wit masker. Zijn kledij is opgesmukt met broodjes. Hij slaat met zijn paal naar de toeschouwers, vooral in een poging om hun achterwerk te treffen.
Bronnen bij dit artikel
Dekoning, Ivo et al.: Feest Wijzer De meest gevierde dagen van het jaar
CODA, Antwerpen, 1993
Jager, J.L. de: Volksgebruiken in Nederland. Een nieuwe kijk op tradities
Het Spectrum, Utrecht/ Antwerpen 1981
Jobse-van Putten, Jozien et al.: De krentenwegge. Een bijzonder brood bij geboorten
Amsterdam 1992
Plaetinck, Walter et al.: De Glorie van het Brood
21 mei 2017 | 18:48
23 mei 2017 | 01:51
23 mei 2017 | 04:02
23 mei 2017 | 06:13