Rozebotteltaart
Kook verse of gedroogde rozebottels, zonder pitjes, en grote rozijnen in gewone wijn week. Als ze koud beginnen te worden, wrijft men ze door een haarzeef, mengt ze met heldere beschuit, opdat dit mengsel een weinig stijf worde. Nu roert men er heldere suiker bij tot zij zoet genoeg zijn. Vervolgens nog enig gestoten kaneel en klein gesneden citroenschillen. Dan wordt het in korstdeeg gemaakt, dat uitgerold en uitgesneden is, met een rand omlegd en de rozebottels worden er op gestreken. Daarna wordt er van het korstdeeg een deksel opgelegd, waarin men enige sterretjes of andere figuren gestoken heeft; het gehele beslag wordt bestreken en gebakken. In de rand van deze boterdeegtaarten maakt men met de knijper plooien, opdat hij er gerimpeld zal uitzien.