Recept voor Oranjekoek uit de 18e eeuw
Neemd Marsiliaanse Honing en giet die warm in fijn Rogge Meel. Bewerkt het door malkander tot middel-maatig styf Deeg, met wat gestoote Kruid-Nagelen daar door. Wanneer gy het zult op maaken, zoo neemd tot vyf pond Deeg een lood Pot-As en een vyfde pond Orange; Dog eerst moet de Pot-As fijn gestooten, daar door Gebraakt worden, tot den Deeg egaal en niet streeperig is, wanneer men daar een stuk van af snyd. Werk dan verder uwe Oranges daar door, maakt het tot het verëischte Fatsoen en bestryk het met Zoete-Melk. Gaar Gebakken zynde, zoo bestryk de Koek met Lym, daar men wel wat groove Gengber op strooid.
In dit recept is wel sprake van een toplaag, maar de suikerglazuur die tenminste sinds de 19e eeuw wordt gebruikt, ontbreekt. Tegenwoordig wordt Oranjekoek gemaakt van tarwebloem, water, basterdsuiker, specerijen, anijs, oranjesnippers, rijsmiddel en verder meestal eieren en boter. Liever dan anijszaad gebruikt de Friese bakker steranijs, dat de koek een pittige smaak geeft. Oorspronkelijk wordt de warme methode gebruikt dat een taaier deeg geeft. Tegenwoordig wordt meestal de snellere natte methode toegepast. Na het aanbrengen van de amandelspijs tussen de deeglappen worden de randen over de vulling heen gevouwen en weer plat gewalst. Oranjekoek zonder vulling wordt 10 minuten gebakken bij 300°C, met vulling 15 minuten bij 250°C. Voor de glazuur (een papje van suiker, water en kleurstof) wordt aangebracht, moet de koek volledig zijn afgekoeld. De glazuur wordt in meerdere lagen opgebracht.