Zusters
Groote Zuster hoe men die bakken zal
1767
Neemt anderhalve kop bloem, een pond korenten schoon gewasschen en verlezen,
8 eijeren fyn geklopt, een half pintje warm gemaakte zoete melk, een half kommetje
gesmolten boter, en een geraspte notemuscaat, een weinigje zout en voor een halve stuiver gist,
die moet men ter degen te zamen beslaan en een uur of anderhalf laten ryzen en dan bakken,
is heel goed.
Bron: De volmaakte Hollandsche keukenmeid, uitgave te Amsterdam, Steven van Esveldt, 1767
Kleine Zuster
Daar toe gebruikt men twee of drie malen zo veel korenten als bloem, dat men beslaat met laauwe melk en gist, doch moet niet te dik zijn; en dan kan men daar sucaden, amandelen en of wat zuiker by doen, na mate dat men ze lekker wil maken.
Kuisse Zuster – koek
Beslaat men met room of melk, boter en eyeren, met de kruim van witte brood, daar men rozynen bij kan doen.
Bron: Volmaakte Grond- beginzelen der Keuken – kunde door D’Autheur van de Hollandsche Keuken- meid. Amsterdam, Steven van Esveldt, 1758