Bonbons van pimpernootdeeg met amandelen
Men maakt 200 gr. groene pimpernoten (pistaches) en 300 gr. vers gepelde zoete amandelen zeer fijn, terwijl men ze met enige druppels water bevochtigt. Men laat 2½ pond suiker onder toevoeging van een halve liter water, ½ pond glucose en wat vanille koken, voegt de fijngemaakte massa erbij en zet alles op een klein vuurtje. Nadat men de massa met de spatel goed doorgeroerd heeft, voegt men er, steeds roerende, wat groene kleurstof bij om het geheel een beetje kleur te geven.
Om het amandeldeeg te bereiden laat men, zonder er water bij te voegen, 600 gr. poedersuiker smelten, terwijl men er een theelepel citroensap bijvoegt. Met deze gesmolten suiker vermengt men een pond fijngehakte zoete amandelen. Dan rolt men een deel van dit deeg zeer dun uit en snijdt het in kleine vierkantjes. Daarop rolt men het pimpernootdeeg eveneens dun uit en snijdt het in vierkantjes van gelijke grootte als de vorige. Ten slotte bestrijkt men de bovenkant van vierkantje van het amandeldeeg met een gomoplossing en drukt daarop een vierkantje van de pimpernootmassa. De bovenkant van dit vierkantje kan men nog, door er een gekerfde liniaal op te drukken, van een figuur voorzien om aan de bonbon een bevallige vorm te geven.
Iets nieuws betreffende de fabricage van bonbons en confituren
(De Banketbakker 8e jg. no. 29, 14 januari 1903)
De uitvinder van de likeurbonbons door T. Bartelemy
(De Banketbakker 2e jg. no. 41, 7 april 1897)
Nieuwe fijne bonbons
(De Banketbakkerij 9e jg. no. 8, 19 augustus 1903)