Weverspoelen
Weverspoelen
1769
Neem twee pond meel, vierentwintig eijeren, twaalf met en twaalf zonder wit, twee lepels suiker, besla het met soete melk, wat dunder als wafelen, laat het in een tinnen schotel styf worden, doe onder en boven een weinig vuur, het moet maar even zo styf zyn, dat 'er het vlies van afgenomen worden, als het koud is, snyd het dan aan stukken en bak ze in ongezouten boter, tot dat ze rood zyn, roer ze geduurig om in de pan of casterol, daar ze in gebakken worden of druip ze, met een lepel , dan ryzen ze meer in de hoogte.
Bron:
De nieuwe, welervarene Utrechtse keuken-meid, confituurmaakster en huis-doctores. Uitgever G.v.d. Brink, Jansz. 1769 te Utrecht