Kermistaart
Een Ossentong gekookt, dan het vel er afgetrokken, vijf ons nier vet, vijf ons boter, een pond Corenten, een pond Rosijnen zonder steenen, twee Notemuscaat, twee stukjes Foelij, een lood Nagelen en Caneel, twee glaase roode Wyn, de dunne schille van twee Sitroenen, twee pond kruim van tarwe Brood, de dunne schille van twee Orange Appelen, alles fijn gemaakt en onder elkander goed door werken, als men het in de korst legt om te bakken, het zuur van Sitroenen er bij.
Bron:
De Hollandsche en Duitsche Kookkunst, 19e eeuw, Uitgever J.G. v.d. W.B.