Bijen- of wespennesten (voor de Vasten)
Bijen- of wespennesten met melksaus
Men neemt vijf ons zes lood (560 gr.) meel en maakt daarvan met melk en gist een gerezen deeg. Wanneer het gerezen is, doet men er wat zout en 140 gr. gesmolten boter bij, klopt het deeg goed door elkander en laat het nogmaals rijzen. Daarna rolt men het uit tot de dikte van een gulden, snijdt er reepen af ter lengte van een paar palm en twee vingers breedte, bestrijkt deze met gewelde boter, bestrooit ze dik met suiker, kaneel en rozijnen en rolt ze als slakkenhuisjes op. Nu bestrijkt men een vorm met boter, legt de slakkenhuisjes er naast elkander in, laat ze nog eens rijzen en bakt ze dan gedurende drie kwartier. Men geeft er de volgende saus bij: een kleine lepel meel wordt met ¾ liter koude melk aangemengd, wat suiker en heele kaneel er bij gedaan en onder aanhoudende roeren goed doorgekookt, waarna men de saus over zes eierdooiers giet.
Bron:
Anna Huber's volledig keukenboek voor Vastendagen, voor Hollandsche tafels bruikbaar gemaakt. Naar den vijfden Duitschen Druk bewerkt door mevr. A. Nuyens. Gouda, G.B. Van Goor Zonen, 1877