Crêpes
Recept crêpes
Een goed beslag voor fijne, dunne baksels kan men bereiden van 125 gr. bloem, ca. 3½ dl. melk en drie grote of vier kleine eieren, benevens een snuifje zout. De bereiding van het beslag is geheel gelijk aan die van simpele, zuinige flensjes van één ei. Aan dit mengsel voegt men, volgens eigen smaak, een geurtje toe: vanille, geraspte citroen- of sinaasappelschil, enige druppels cognac, rum of kirsch of oranjebloesemlikeur komen hiervoor in aanmerking. Dit smaakje is onmisbaar voor de afwerking, mag echter nooit te sterk zijn.. uiteraard bakt men fijne pannenkoekjes of flensjes met roomboter, in een klein pannetje. Wil men het hogerop zoeken in de pannenkoekenwereld, dan bereidt men het beslag van 125 gr. bloem, 40 gr. suiker (gezeefde poedersuiker), een snuifje zout, 3 eieren, ½ dl. slagroom, 1½ dl. melk en, zodra het beslag op de gewone wijze bereid is, ca. ¾ dl. stijf geslagen room, die door het beslag moet worden geklopt, niet geroerd (een kleine fles slagroom is voldoende voor de bereiding van deze hoeveelheid beslag).
Met behulp van het eerste of het tweede beslag kan men o.m. de volgende specialiteiten bereiden:
Les crêpes du couvent
Geschilde sappige peren worden aan kleine blokjes gesneden, daarna in boter met wat suiker lichtelijk aangefruit en over de pannenkoekjes, die naast elkaar op een platte, warme schotel zijn gelegd, verdeeld.
Crêpes fine champagne
De dunne, zeer warme pannenkoekjes worden dubbel gevouwen, op een verwarmde schotel tegen elkaar aangezet, op tafel met poedersuiker bestrooid, begoten met cognac fine champagne, die daarna aangestoken wordt.
Crêpes Georgette
Men giet een lepel van het beslag in het goed beboterde pannetje, verdeelt het gelijkmatig. Laat het half stollen, legt hierop een schijfje ananas, bedekt dit geheel met nog een dun laagje beslag en bakt het pannenkoekje, overigens even als steeds, echter op niet te hard brandend vuur.
Crêpes Gil-Blas
Kleine, dunne pannenkoekjes worden met de volgende crème bestreken: 125 gr. boter, 50 gr. suiker, 25 gr. amandelpers (gemalen) en de geraspte schil van een sinaasappel worden in een steelpannetje,dat men in een pan met kokend water heeft geplaatst, schuimig geroerd en tenslotte met een lepeltje curaçao op smaak afgemaakt. De bestreken pannenkoekjes rolt men op, plaatst ze op een platte vuurvaste of metalen schotel, bestrooit ze met poedersuiker en laat ze enige ogenblikken in een warme oven staan om kleur te krijgen. Op dezelfde schotel dient men ze dan op.
Crêpes Suzette
De dunne, kleine pannenkoekjes worden dubbel gevouwen, mooi opgestapeld op een warme schotel en er rond omheen giet men een stroopje van sinaasappel-, bessen-, frambozen- of aardbeiensap naar verkiezing. Daarna worden de pannenkoekjes met poedersuiker bestrooid, met een scheutje fine champagne besprenkeld (natuurlijk alleen van boven) en deze aangestoken.
Pannequets légers
Hiervoor heeft men afzonderlijk beslag nodig: 125 gr. bloem, een lepel gezeefde poedersuiker, een snuifje zout en vijf eierdooiers worden op de gewone wijze tot pannenkoekenbeslag verwerkt met ½ dl. kookroom. Als smaak is vanille of oranjebloesem aan te bevelen. Onder de gladde deegmassa klopt men 1 dl. stijf geslagen room en de eveneens stijf geklopte vijf eieren. Men kan hieraan nog zeer fijne snippertjes gekonfijte sinaasappelschil en geheel fijngewreven bitterkoekjes van goede kwaliteit (niet meer dan twee op de aangegeven hoeveelheid beslag) toevoegen. Van dit beslag bakt men op de gewone wijze kleine pannenkoekjes.
Al deze pannenkoeken van extra goede huize moeten overigens behandeld worden zoals onze gewone, huiselijke pannenkoeken en flensjes: zo warm mogelijk opgediend en liefst vers uit de pan.