Verjaardag
Verjaardagen in de Oudheid
De Perzen aten, zo meldt Herodotus in zijn beschrijving van Perzische gewoonten, op hoogtijdagen als verjaardagen runderen, paarden, kamelen en ezels die in hun geheel in de oven werden gebraden. De armere lieden behielpen zich met kleinvee. Of de Perzen echter ook zoetigheden aten tijdens verjaardagen is niet bekend.
Dit was indirect wel het geval bij de Grieken. De dichter Horatius (65 - 8 v. Chr.) schrijft onder andere over de ‘liba’, de honingkoeken men op zijn verjaardag offerde aan zijn eigen genius. Deze genius was een goddelijk wezen dat als een soort engelbewaarder de mens door het leven heen hielp.
Dat verjaardagen vanouds in grote of kleine kring met een maaltijd werden gevierd was al een gebruik in het oude Egypte. Daar richtte de farao op zijn verjaardag voor heel zijn hof een feestmaal aan.
18e eeuwse verjaardag
Het stuk ‘De Spiegel der Vaderlandsche Kooplieden’ van Pieter Langendijk geeft een beeld van een verjaardagsfeest uit de 18e eeuw. Het voert ons binnen in een statig grachtenhuis waar een verjaardag wordt gevierd met een theekrans en een feestmaal. Er wordt allereerst uitbundig en veelvuldig thee gedronken, met name door de dames. Langendijk vervolgt: ‘De pyramiden met koek en gebak en kostbare droge confituren,inmiddels door de banketbakker binnengedragen, kunnen nu dienen, om de flauwheid, veroorzaakt door het overmatig theeslurpen, te compenseren. Uit de kasten,volgestapeld met kostbaar porcelein, komen chinese gebakbordjes en hierop worden de met goud betaalde franse geconfijte vruchten dan ook met gouden vorkjes neergevlijd. Verder worden rondgediend: marsepein,theekoek, hyljkmaker en Utrechtse theerandjes, theebanket en theeletter(met spijsvulling),wafels en ulevellen,ook wel domineesklontjes geheten. Tussen de talrijke koek- en gebaksoorten,die worden aangeboden,mag natuurlijk een schotel met zoete krakelingen niet ontbreken.'
Voorspellend verjaardagsgebak
Op het platteland werden vroeger meestal verjaardagskoeken gebakken die men leden op de geboortekoeken. Bakte men voor de verjaardag een extra koek dan werden er tal van voorspellingen gedaan voor de toekomst van de jarige. Al naar gelang de koek goed of slecht uitviel zou dit zijn weerslag hebben op het leven van de jarige. Ook aan de lichtjes op de koek (wat verband hield met het oude gebruik om boze geesten uit de kraamkamer te verjagen) werd bijzondere betekenis gehecht. Rondom de koek plaatste men zoveel kaarsjes als de jarige jaren telde. Zou men een kaarsje te weinig plaatsen dan was dit een teken dat de jarige spoedig sterven zou. De in het midden brandende extra kaars was een symbool voor het levenslicht van de jarige. Dit levenslicht moest het langst branden van alle kaarsjes. Was dit niet het geval dan was ook dit weer een teken van onheil.
Friese Oranjekoek en gebak In Friesland kregen de bakkers voor verjaardagen opdracht één of meerdere oranjekoeken te bakken. Soms had men aan één koek genoeg, maar vaak moesten er twee of meer komen. De koek werd met een passende tekst versierd. Natuurlijk kon men ook gebakjes bestellen bij de bakker. Hij had deze meestal niet op voorraad omdat de klanten ze alleen maar bij hoogtijdagen kochten. Voor de versiering van gebakjes gebruikte de bakker oorspronkelijk geen slagroom maar verschillende soorten crème. Dat was voor taarten precies hetzelfde. De gebakjes bezorgde hij bij de klanten in een houten kist, meestal in een licht gele kleur geschilderd en met zijn naam erop. Was de kist na de bewuste dag leeg, dan haalde de bakker hem weer op. Het was daarbij een gemak dat zijn naam op de kist stond, want dikwijls stuurden mensen bij verjaardagen, geboortes en jubilea, een kist gebak als cadeau. Het kon dan gebeuren dat er in één huis vier, vijf of meer gebakkisten stonden. Voor taarten had de bakker blikken, soms zelfs nog de oude dozen van houtspaan, in gebruik. Op die manier kwam het gebak ongeschonden over.
De naam Oranjekoek slaat niet, zoals men zou kunnen vermoeden, op het oranje- roze glazuur op de bovenkant, maar op de oranjesnippers (stukjes gekonfijte sinaasappel- en citroenschil) die in de koek zijn verwerkt. Een typisch kenmerk van Oranjekoek is verder het gebruik van anijs, dat men ook in andere Friese gebaksoorten aantreft. De huidige Oranjekoek, die is gevuld met amandelspijs en rijk gegarneerd met slagroom en andere zoetigheid, lijkt op het oog weinig op de oorspronkelijk koek die het feestgebak was voor armelui.
Verjaardagen en de liefde
Zowel in Nederland als in Vlaanderen was een verjaardag een uitgelegen kans om de liefde te verklaren en het toewerken naar een ja- woord in gang te zetten. Dit vanuit een oeroud gegeven dat het aannemen van ene brood of een koek symbool stond voor het geven van het ja – woord.
Als in Wallis een meisje van een jongen hield dan ging zij op diens verjaardag een brood in de vorm van een krans kopen. Thuis verstopte ze dit gebak. Op Vastenavond viel dan de beslissing als de jongen bij het meisje thuis op bezoek ging. Indien de vrijer het meisje en de ouders (nog) beviel, dan werd het brood op tafel gezet.
Een vrijgezelle verjaardag
Een dertigste verjaardag was vroeger omringd met een bijzondere betekenis; het vooruitzicht om dan nog vrijgezel te zijn was voor velen een obsessie. Er werden onder jongeren weddenschappen afgesloten wie van hen het eerst getrouwd zou zijn: 'een bok voor degene die het eerst aan de beurt is'. Er bestonden ook clubs voor wie de hoop nog niet had opgegeven: De Geitenfokvereniging of De Club van Ongekuste Jongeren. Maar wanneer iemands status als vrijgezel definitief werd, bijvoorbeeld op zijn dertigste verjaardag, was er altijd wel een groepje jongens die deze minderwaardige status met gejouw en gejoel kwam onderstrepen. Op sommige plaatsen, zoals in IJzendijke (Zeeland), werd daarbij aan zo'n jongeman een symbolische 'sleutel van de ossenwei' overhandigd, die hem lid maakte van de kudde norse kastraten.
Schrikkelverjaardag
Het zo rijk aan folklore zijnde Vlaanderen kent een schrikkelgebruik dat samenhangt met de viering van de verjaardag van diegene die op 29 februari is geboren. Met name in Meulebeke, Roeselare en Wevelgem worden op die dag zogeheten schrikkelkoeken gebakken. Deze koeken die de vorm van een wieg hebben, worden op een speciale plank gebakken.
Omdat schrikkelverjaardagen in aantal zeer beperkt zijn, eet iedere burger uit die streek ervan en worden die schrikkelkoeken aan binnen- en buitenlandse toeristen als een unieke lekkernij aangeprezen. Evenals in Vlaanderen zoeken de Noren hun schrikkeltraditie in het bakken van bijzondere koeken. Alleen gaat men daarbij in dit Scandinavische land aanmerkelijk verder dan bij onze zuiderburen. In de zomer vóór het schrikkeljaar wordt een aantal korenschoven op een bijzondere wijze samengebonden. Tijdens de oogst worden deze schoven met veel ceremonieel naar de boerderij vervoerd. Van die tarwekorrels wordt vervolgens op een speciale manier meel gemalen, dat op 28 februari tot schrikkelkoek wordt omgezet. Voorzien van veel stroop worden ze vervolgens op 29 februari genuttigd. Als men in Noorwegen op die dag als jongen of meisje een verjaardag viert, wordt van datzelfde meel een langwerpige koek gebakken die, voorzien van kleurige linten, door de jarige om de linkerarm wordt gedragen.