Geboorte
Gersteblommestroopkoeken
Nederlanders zijn koeketers en het eten van koek is dan ook van alle tijden. Het armste gezin kreeg dagelijks koek op tafel al waren het maar ‘gersteblommestroopkoeken’. Bij wieg en lijkbaar, bij huwelijk en doop, de koek mocht niet ontbreken of alle plechtigheden werden verstoord. Zelfs de wezen, die gingen trouwen of zich als knecht of als meester gingen vestigen, kregen naar oude gewoonte een niet te versmaden portie koeken mee. De vaderlandse Jantjes, tijdens hun verblijf op Nederlandse bodem weer gewend geraakt aan koeketen, verzuimden nooit voor hun nieuwe vaart een ruime voorraad koek in te slaan om ook in verre gewesten nog zo lang mogelijk te kunnen genieten van deze lekkernij!
Oranjekoek
Bij verjaardagen kreeg de bakker opdracht een oranjekoek te bakken. Soms had men aan één koek genoeg, maar vaak moesten er twee of meer komen. De bakker zelf gaf dergelijke koeken wel cadeau bij de geboorte van een kind van een klant of bij een huwelijksjubileum. De koek werd dan met een passende tekst versierd.
De oranjekoek was, en is, een gebak waarvoor elke bakker een ander recept gebruikte, en gebruikt, aldus Ria Efdée in haar boek ‘Bakker hoe bakte je ’t toen. Dat recept was, en is vaak nog geheim; nog geheimer dan alle andere recepten die de bakker had. De reden van het geheim houden lag in de angst voor concurrentie, en in het feit dat een bakker zijn eigen specialiteit wilde hebben. Zo kon het zijn dat de ene bakker het deeg voor deze koek wel kookte en de ander niet. De samenstelling van de kruiden bepaalde hij zelf, evenals de hoeveelheid oranjesnippers waaraan de koek zijn naam ontleent. Oranjekoek met amandelspijs gevuld is iets van na 1945. De ouderwetse oranjekoek werd zonder spijs gemaakt en niet met slagroom versierd, maar met roze en witte fondant. De crèmeversiering dateert wel van vóór 1945, maar was een nieuw ingevoerd iets. De koek kon zowel rond als vierkant zijn en was populair om dat hij relatief goedkoop was er veel stukken uit gesneden konden worden.
Taart
Hoewel de krentenwegge niet helemaal als geboortegeschenk is verdwenen heeft het aanbieden van taart ter gelegenheid van een geboorte wel deze functie overgenomen. In haar boek ‘De krentenwegge. Een bijzonder brood bij geboorten’ heeft auteur Jozien Jobse – Van Putten tal van bakkers uit heel Nederland hierover geïnterviewd.
“De opkomst van de taart ten koste van de krentenwegge wordt door vijf van de geïnterviewde bakkers bevestigd. Deze overgang naar taart zou volgens twee van hen door de oorlog, toen er geen krenten en rozijnen waren, zijn versterkt. De bakker uit Vragender meldt bijvoorbeeld, dat de boeren toen bij de bakker aanklopten met eieren, roomboter en suiker om daar in plaats van een krentenwegge maar een taart van te maken. Hiervoor zagen we, dat het gebruik van taarten als geboortegebak in het westen van ons land al van oudere datum is. In West-Nederland leidde het ambachtelijke bedrijf namelijk reeds een aantal eeuwen een florerend bestaan. Dit was zelfs zo gevarieerd, dat in de steden niet alleen broodbakkers maar ook banketbakkers al lange tijd hun vak uitoefenden. De stedelijke bevolking kende daardoor tal van verschillende soorten luxe gebak in een tijd toen in Oost-Nederland het krentenbrood nog alom als het meest algemene feestbaksel gold. In het laatste gebied moet de overname van taarten uit het westen van het land onder meer tot stand zijn gebracht door het bakkersonderwijs. Dit onderwijs moet hier kort vóór de tweede wereldoorlog van de grond zijn gekomen. Een bakker uit Ommen (Ov.) meldt namelijk, dat broodbakkers uit zijn omgeving in die tijd op les gebak hadden leren maken.”
Boom met baby's
Ook in België kende de taart als geboortegeschenk. Zo droeg een taart uit de 17e eeuw een afbeelding van een appelboom waarvan de vruchten veranderden in baby’s. Onder de boom stond een vrouw die de kindjes opving in haar opengehouden schort. Eentje lag volgens de afbeelding echter op de grond ... Een taart uit de Belgische stad Halle, spande (letterlijk) de kroon: een zespuntige ster met een bloemenkrans er om heen, in het midden versierd met een kroon. Er stond een vrouw bovenop die een kindje tegen haar borsten drukte terwijl zich ook op elk van de sterrepunten een baby bevond.
Stoet met beschuiten
In Drenthe was het vroeger de gewoonte dat de buurvrouwen uit het buurschap ongeveer drie weken na de geboorte van een kind op uitnodiging koffie gingen drinken bij het kersverse ouderpaar. Deze traditie vond overigens ook plaats als er een huwelijk was gesloten of een verhuizing vanuit een ander buurtschap had plaats gevonden.
De uitnodiging gold specifiek de gehùwde vrouwen van de tien naburen. Het onthaal bestond echter niet alleen uit koffie maar ook (na een geboorte of bruiloft) uit brandewijn met rozijnen uit de oude zilveren kop. Bij de koffie werden boterhammen geserveerd, vanouds Drentse stoet met beschuiten.
Hierin kwam verandering door de bestrijding van overmatig alcoholgebruik. Volgens het tijdschrift ‘De Avondpost’ bleven echter deze visites, de “noaberwievenversites” genoemd, in ere en was een geregelde opkomst bij deze gelegenheden een blijk van een goede geest en van eendrachtige samenwerking in een nabuurschap.
Soezen
Ook soezen behoorden oorspronkelijk tot het assortiment ‘kraamgebak’. Volgens D.J. van der Ven was dit te danken aan het feit dat de soes als versterkend middel voor de kraamvrouw dienst deed vanwege de ingrediënten: boter, eieren, melk en wat bloem.
Witbrood
Omdat veel mensen in bepaalde delen van het land aan het begin van de 20e eeuw nog dagelijks roggebrood aten, had het eten van wittebrood voor sommigen de betekenis van iets feestelijks. Voor wie krentenbrood te duur was, was het eten van wittebrood immers al een feest. Dit verklaart waarom wittebrood in de historische literatuur als geboortebrood voorkomt.
Zo wordt het in een 17e eeuwse klucht onder andere gekocht ter gelegenheid van een geboorte. In een andere klucht is sprake van een 'stick' van fijne bloem, wat op een witte boterham duidt. Het eten van witbrood bij een geboorte vinden we ook terug in 18e en 19e eeuwse geschriften.
Het werd wel met boter en suiker gegeten en in Huizen, Noord – Holland, bij een geboorte onder de naam 'suikerstuk' aan het bezoek gepresenteerd. In het Drentse Emmercompascuum wordt echter gemeld, dat de geschonken 'weitenstoet' (wittebrood van tarwebloem) alleen maar bestemd was voor de kraamvrouw.