Liefde
Pannenkoek
De pannenkoek speelde volgens een artikel van Dulcinearius in een bakkersblad uit 1956 een bijzondere rol in de vrijerspraktijken. Als een huwbare dochter op Kerstavond de eerste pannenkoek drie maal om het huis ronddroeg zou ze haar toekomstige man zien.
In het Oostenrijkse Patznaun moest het meisje op de eerste zondag in de Vastentijd met een warme pannenkoek niet alleen drie maal om het huis lopen maar de pannenkoek ook over het dak werpen. Daarbij moest ze heel voorzichtig onder de dakgoot blijven rondgaan want als ze maar even een pas terzijde deed, pakte de duivel de koek.
Ook in verschillende Nederlandse gewesten schijnt de pannenkoek wat met de liefde te maken hebben gehad. De pannenkoek komt voor in tal van minneverhalen en volksliederen zoals in het ‘Vastenavondliedeke' uit Nieuwe Bilddijk onder Sint-Annaparochie:
Hier een stoei en dêr een stoel,
Op ieder stoel een kussen.
Meisje til je kinnebak eens op
En flap er een pannenkoek tussen.
Walling Dijkstra geeft ons daarvan in zijn ‘Frieslands Volksleven' nog een aardig voorbeeld. Wanneer een vrijer op zondagavondbezoek een pannenkoek met suiker en boter voorgeschoteld kreeg, dan was dat een bewijs dat hij in de gunst van de huwbare dochter stond.