Bekende banketproducten en hun historie
Soesdeeg
Een soesdeeg is gemakkelijk te maken, geeft een snel en prachtig resultaat en is vooral populair in de vorm van eclairs en profiteroles.
Een kok genaamd Popelini spreidde ooit een deeg twee vingers dik uit op beboterd papier en liet het half gaar bakken in de oven. Daarna holde hij het midden van de taart uit, vulde deze met fruitgelei dat hij vervolgens glaceerde met boter en suiker. Vervolgens werd de taart verder afgebakken. Zo ontstond de ‘paté a chaud’ die in de moderne banketbakkerij nog talloze toepassingen kent onder de naam ‘paté a choux’ of soezendeeg.
Popelini was chef- kok van de Italiaanse Catharine de Medici. Haar huwelijk met de Franse koning Hendrik II in 1533 was van enorme invloed op de meer luxueuze ontwikkeling van banket. Catharina nam al haar keukenpersoneel uit Florence mee naar het Franse hof onder wie dus de vermaarde Popelini.
Hij introduceerde met veel succes talrijke Italiaanse recepten aan het Franse hof; recepten die hij aanpaste aan de eetgewoonten van zijn nieuw publiek. Hij was daarbij zo slim om ook typisch Franse producten in zijn gerechten te verwerken. Popelini was een vindingrijk man, steeds erop uit om zijn creaties te verbeteren en te verfijnen. Zijn basiskookboek was het beroemde werk van Bartolomeo Scappi, de kok van paus Pius V, getiteld ‘Opera dell’Arte Cucinare’.
Popelini stond dus aan de wieg van het soezendeeg en allerhande variaties die er later op volgden, inclusief onze eigen Bossche bollen. Italianen waren en zijn ook nog steeds verzot op soesjes die nu bekend staan als profiteroles. De Italianen vullen hun soezen met roomijs maar ze kunnen ook gevuld worden met lekkernijen als banketbakkerscrème, chantilly, fruit, chocolademousse en noem maar op.