Kerst
Groenversiering en kerstbomen
De Kerstboom is ook in de 21ste eeuw niet weg te denken uit de Nederlandse huiskamers. Toch is de Kerstboom lange tijd verguisd als heidens symbool. De blijvend groene spar versierd met lampjes of kaarsjes, staat namelijk symbool voor de terugkeer van het licht in de lente en is een overblijfsel van de Germaanse Midwinterviering.
Europa en Amerika
In heel Europa maar ook in Amerika is de kerstboom het symbool bij uitstek voor de Kerstperiode. Lang voordat Kerstmis zelfs maar bestond, speelden dennenbomen een belangrijke rol in midwinterfestivals. Ze dienden toen al als symbool, omdat ze groen bleven en niet "stierven" zoals andere planten in dat jaargetijde: ze waren een teken van het eeuwigdurende leven en van het nieuwe leven dat in de lente begint.
Oeroude Europese stammen hingen al groenblijvende takken boven de deuropening, om zo de ronddwalende geesten van de winter uit te nodige bij hen beschutting te komen zoeken. Ze hoopten dan in ruil op voorspoed en gezondheid.
De Romeinen versierden hun huizen met groene takken tijdens de Saturnalia en bij hun eigen nieuwjaarsfeest. Ze wisselden groene twijgen uit met vrienden als teken van voorspoed en geluk.
De Keltische druïden
Voor de Keltische druïden waren de groenblijvende planten een symbool voor het leven zelf, en daarom heilig. Toen de Kerk het Kerstfeest instelde, werden deze heidense gebruiken gewoon ingeschakeld in de nieuwe viering. De Kerstboom (of Yggdrasil) is het middelpunt van het huis gedurende de twaalf feestdagen waarop niet gewerkt wordt. Dit gebruik gaat terug op een niet-christelijk gebruik.
De Boom in Frankrijk
Rond 1840 verschijnt de boom in Frankrijk, en later treffen we hem algemeen aan in West- en Zuid-Europa, met name ook in Italië. De symboliek van de kerstboom gaat terug op onder andere het paradijsverhaal: de altijd groene boom, het symbool van overleven.
In Frankrijk was het Hélène de Mecklenbourg, echtgenote van de Duc d'Orléans en van Duitse origine, die in 1837 in de Tuilerieën voor het eerst een kerstboom versierde.
Engeltjes
Tegenwoordig wordt de boom - vaak met de kinderen samen - van de markt gehaald en gezamenlijk versierd met slingers, bollen, lichtjes en kransjes. De kransjes, of ze nu eetbaar zijn of niet, beelden de ronde van het jaar uit. Zo is ook de adventskrans met vier kaarsen er op, de jaarronde met de vier feestelijke hoekpunten van het jaarritme: de seizoenen.
De engeltjes zijn de begeleidsters van de aankomende levensgeest. De kaarsjes of lichtjes zijn de sterren aan de donkere hemel, maar ook de glimmende balletjes en
slingers duiden op de sterren. Tegelijk zijn de bolletjes het zinnebeeld van de gouden appelen der wijsheid in de levensboom - een oeroud zinnebeeld van de mens.Die levensboom, ook bekend uit de Kabbalah, heette in de noordse landen Yggdrasil: dat betekent "de Ik-drager". Dat was een verbeeldingsboom, heel groot, die met zijn wortels de onderwereld omklemde, met zijn stam oprees in de wereld der levenden, en wiens kruin de hemel schraagde. Bemerk ook hier weer de drieledigheid: hemel - aarde - onderwereld.
Groot-Brittannië
Voor de invoering van de kerstboomtraditie in Groot-Brittannië en in de rest van het Europese continent zorgde Prins Albert van Saksen Coburg en Gotha. Via zijn huwelijk halverwege de 19e eeuw met Koningin Victoria van Engeland verspreidde hij de traditie van de kerstboom in Groot-Brittannië. De missionarissen en de eerste Franse kolonisten zouden de kerstboom mee naar het Amerikaanse continent genomen hebben. Vandaag de dag maakt de kerstboomtraditie overal in de wereld deel uit van de heersende gebruiken. Deze van oorsprong christelijke traditie is uitgegroeid tot een symbool voor gelovigen en niet-gelovigen, groot en klein, arm en rijk, die samen rond deze boom de eindejaarsfeesten vieren.
In België moeten we voor de kerstboomtraditie teruggaan tot in de 18e eeuw. In die tijd gingen de inwoners van de Ardennen in het bos een kleine spar zoeken waarmee ze hun huis in de kerstperiode versierden.
Sapin de Noël
Een "kerstboom" krijgt in Londen, Düsseldorf, Amsterdam en Parijs een heel andere naam.De Engelstaligen kozen voor de algemene term "Christmas tree", net als de Nederlandstalige (kerstboom).
De Duitsers spreken dan weer van een "Christbaum" of "Weihnachtsbaum" (kerstboom of Kerstnachtboom). In Frankrijk en Wallonië gebruikt men de term "sapin de Noël". Ongetwijfeld omdat de eerste kerstbomen "abies" waren (Latijnse naam voor "spar"). Door de eeuwen heen blijkt dit een verkeerde benaming omdat de meeste Kerstbomen eigenlijk epicea zijn (Epicea Abies Karst in het Latijn). Door de invloed van de Franse taal wordt een kerstboom in Vlaanderen ook wel een "kerstspar" genoemd.
De Boom in India
In India versiert men bananenbomen in plaats van sparren. Er worden mangobladeren gebruikt in plaats van hulst en olielampjes in plaats van kaarsen. In zuidelijke landen omschrijft men de kerstboom als "de boom van de Geboorte" :(Italië: Albero di Natale; Spanje: Arbol de Navidad).
Kerstboomverbod
Bij veel voorchristelijke volken was de spar het symbool van groei en bloei en verjager van heksen en slechte geesten. Vroeger bond men sparrenboompjes hoog in de mast van een terugkerend schip, ten teken dat men met Kerst weer thuis hoopte te zijn. In de vijfde eeuw dook de spar op als Boom des Levens in mysteriespelen in Duitse kerken. Hij was behangen met appels (de zonde) en ouwel (de redding). Later werden de appels en ouwel vervangen door koekjes in allerlei vormen. In de 9e eeuw verbood Karel de Grote het opzetten van een kerstboom en in de 10e eeuw deed paus Martinus II hetzelfde in Italië. Pas in de 17e eeuw dook de versierde spar weer in het openbaar op. De eerste versierde kerstboom was weer te bewonderen in 1605 in Straatsburg. Pas in het begin van de 19e eeuw zette deze traditie goed door in ons land.
Elzas 1521
Het versieren van een kerstboom is al eeuwenoud. De Germanen zagen in de den of spar de kracht van de natuur. Er gaat een verhaal, dat de eerste kerstboom in de Elzas werd versierd in 1521. Men gebruikte daarvoor bladgoud, roosjes van papier, koekjes en appels. Een dergelijk gebruik wordt ook gemeld in een document uit 1605 afkomstig uit Straatsburg: "Auf weihnachten richtet man Dannebäum zu Straszburg in der Stuben, daran hencket man Rosen aus vielfarbigen Papier geschnitten, Aepfel, Oblaten, Zischgolt, Zucker". Er worden geen lichtjes vermeld.
Bekend is, dat Goethe, uit Frankfort afkomstig, in 1765 te Leipzig voor het eerst van zijn leven een kerstboom aanschouwde. Hij gebruikte dit in zijn roman Das Leiden des jungen Werther: de eenzame, overgevoelige Werther vindt zijn dierbare Lotte, moeder en getrouwd met de brave Albert, druk doende met het gereedmaken van speelgoed voor de kerstboom.
In 1807 waren er kerstbomen te koop op de markt van Leipzig. Snel verspreidde zich het gebruik, vooral in het noorden en midden van Duitsland - sterk in de hand gewerkt door de Duitse volksgeest tijdens Napoleon (die in de dennenboom een vaderlands zinnebeeld zag).
Zonneraderen
Een andere ontstaansgeschiedenis gaat terug tot de kerkhervormer Maarten Luther, die het versieren van een kerstboom zou hebben geïntroduceerd. Dit is echter een hypothese die door anderen weer ten stelligste wordt ontkend.
De rode kleuren, die men vaak in kerstversieringen aantreft, herinneren aan de zonaanbidding in vroeger tijden. De krans van dennengroen of van banket is te herleiden tot het Germaanse zonnerad. Zonneraderen werden gemaakt van groen op een stok of op boerderijen geschilderd om de terugkeer van de zon te bevorderen.
De Kerstboom deed omstreeks 1850 vanuit Duitsland zijn intrede in ons land, eerst in de zondagsscholen en de kerken, daarna in het huisgezin. Het versieren van een kerstboom was van oorsprong een protestants gebruik dat van de goede burgerij in de steden overging op de rest van het volk.
Aanvankelijk was er wat verzet tegen deze Hoogduitse nieuwigheid, zowel van rechtzinnig -Hervormde als van volkskundige zijde. Nog in 1943 werd het optuigen van de kerstboom een modeverschijnsel genoemd.
Hulsttakken
Hulsttakken met hun ‘eeuwig' groene blaadjes symboliseren de kracht en het geloof in de wederopstanding van de natuur. Daarom werden ze al van oudsher gebruikt rondom de Kerstdagen.
In Engelstalige landen was en is de mistletoe of de maretak een populaire Kerstdecoratie. De plant zou geluk brengen en krachtige eigenschappen bezitten tegen allerlei kwalen. De Nederlandse benaming "maretak" betekent dan ook zoveel als "tovertak".
In Noorwegen staat een tak van de lijsterbes symbool voor de Kerstviering. Als de tak in het water wordt gezet en gedurende de midwinterperiode volop blad en bloesem geeft, betekent een voorspoedige oogst de volgende zomer.
In Limburg sneed men de zogenaamde Barbara-takken: kersen- of berkentwijgen, die, in water of vochtige aarde gezet, op Kerstmis bloeien - treffende kerstening van de oorspronkelijke vegetatierite.