Ploegen
Van graafstok naar ploeg
Van alle gebruiksvoorwerpen of hulpmiddelen die de mens in de loop van de geschiedenis heeft ontworpen, is de ploeg het belangrijkste. Zij heeft tevens een enorme weerslag gehad op zijn ontwerper zelf. Aan de eerste ploeg die voren kon trekken gaat een lange ontwikkeling vooraf. De ploeg diende immers te worden ontwikkeld uit eenvoudig gereedschap dat diende om de bodem te bewerken. Er wordt aangenomen dat de pootstok of het planthout het eerste gereedschap was dat bij de bodembewerking werd gebruikt. Daarmee werden gaten in de aarde geboord, het zaad werd erin gelegd en met aarde aangedrukt. De graafstok, waaruit zich de spade ontwikkelde, maakte de aarde al heel wat losser. Het houweel echter liet een degelijke bodem bewerking pas goed toe.
Een archeologisch bewijs voor de verbouw van graan door middel van de graafstok is er niet, want de bodemlagen werden door de latere ploeg dermate diep omgewoeld dat er in geen enkel gebied waar constant vaste nederzettingen te vinden zijn, enig spoor van een graafstok is overgebleven.
In Dartmoor en Bodmin Moor in Zuid- West- Engeland echter zijn er sporen uit het vroege bronzen tijdperk (na 2000 voor Chr.) die duiden op korenvelden en deze allereerste werktuigen. Bij Trowlesworthy, White Ridge en Standon Down in Dartmoor en bij Rough Tar vond men ronde, stenen behuizingen en door opgeraapte stenen ommuurde en beschutte velden. Deze velden met een oppervlakte van gemiddeld 20 aren waren rond of ovaal van vorm. Het huizenaantal (ongeveer 50) laat een dorpsnederzetting vermoeden. Men neemt aan dat de muren het korenveld beschutten tegen het vee.
Handploeg
De handploeg is het oudste getrokken tuig voor grondbewerking. Ze gaat terug tot Soemer in het midden van het 4e millennium voor Chr. Het werk is analoog met dat van de hak, in die zin dat de handploeg de grond loswerkt zonder de verschillende delen ervan ten opzichte van elkaar te verplaatsen. Ze is beter aangepast aan droge en lichte gronden, zoals die van de Middellandse- Zeekusten, waar ze nog steeds in gebruik is. In sommige gebieden van Noord- Europa werd ze tamelijk laat aangewend voor gronden die reeds een eerste maal bewerkt waren.
De Egyptenaren gebruikten een eenvoudige haakploeg die de aarde oppervlakkig openscheurde maar niet echt omploegde. De grote vruchtbaarheid van het land, veroorzaakt door de overstromingen van de Nijl, maakte een intensieve bewerking van de bodem overbodig.
Op de zwaardere en vochtiger gronden van Noord- Europa, bereikte men met de handploeg geen voldoende afwatering van de grond. Vandaar dat men een middel zocht om de handploeg asymmetrisch te laten werken, door de ploeg aan de ene kant meer te laten afhellen dan aan de andere, zodat de aarde aan één kant wordt geworpen. Wanneer men bij elke doortocht de richting van de helling verandert, krijgt men een omgeploegd bed met scheidingsvoren die de afwatering bevorderen.
Dit zoeken naar een asymmetrische bewerking werd bevorderd door de verspreiding van het voorstel (een karretje dat voor de ploeg werd gespannen) omstreeks de 1e eeuw van onze tijdrekening. Het karretje bezorgde de handploeg een grotere stabiliteit en vormde een van de essentiële elementen voor de overgang van de handploeg naar de eigenlijke ploeg. Deze laatste raakte tussen de 5e en de 10e eeuw algemeen in gebruik. Zij is waarschijnlijk afkomstig van de noordelijke randen van het mediterraan gebied, waar ze de invloed onderging van de technieken uit Centraal- Europa en het Donaugebied.
Eg
Nadat de grond met de ploeg of de handploeg is bewerkt, komt de eg aan de beurt om de grond verder los te werken en schoon te maken. Vaak wordt daarbij ook de rol gebruikt om het zaaibed voor te bereiden, maar de belangrijkste functie van de eg bestaat er in de zaden die, na een laatste bewerking met de ploeg, met de hand zijn gezaaid, onder te eggen. De eg en de ploeg zijn wellicht rond dezelfde tijd ontstaan, want ze zijn functioneel met elkaar verbonden.
Rister
De ploeg bestaat uit drie belangrijke onderdelen: het ploegmes, dat de aarde klieft, de ploegschaar - symmetrisch of asymmetrisch -, die de aardkluit opheft, en het rister, dat ze omkeert. Het rister vormt het belangrijkste onderscheid tussen de ploeg en de handploeg. Sedert de middeleeuwen heeft de ploeg zich in Europa ontwikkeld in een grote variëteit aan regionale vormen. Deze diversiteit werd bepaald door het klimaat en de geologische omstandigheden en beïnvloed door culturele en economische uitwisseling. In Engeland, bijvoorbeeld, was een lange ploeg, zonder voorstel en met een lang recht rister, karakteristiek voor het westen van Gloucestershire, terwijl in de meer zuidelijke graafschappen van de Downlands de zware ploeg met voorstel de voorkeur genoot om de grond van deze heuvelachtige streek te bewerken. De invloed van het nabijgelegen vasteland en meer bepaald van Nederland, werd vanaf de 17e eeuw voelbaar, toen in de oostelijke graafschappen de lichte ploeg werd ingevoerd voor het bewerken van de ondiepe gronden. Vanaf het einde van de 18e eeuw poogde men de ploeg te verbeteren en streefde men naar meer efficiëntie met een lichter gewicht. In het begin van de 19e eeuw droeg Robert Ransome in Engeland bij tot de industriële vervaardiging door de productie van gestandaardiseerde ploegen met een rister in gietijzer, waarvan de onderling verwisselbare stukken in het hele land geleverd konden worden.
Mechanisering
Met de opkomst van de mechanisering werd de dierlijke trekkracht - ossen of paarden - geleidelijk aan vervangen door de machine. Eerst probeerde men het met de stoommachine; deze techniek werd in Engeland uitgewerkt en tijdens de tweede helft van de 19e eeuw vooral verspreid in landen als Duitsland, Frankrijk en Italië, als ook in enkele Centraal- en Oost-Europese landen (Hongarije, Roemenië). De hoge kostprijs van de machine en de versnippering van de gronden beperkten het gebruik van het procedé tot de grote graanproducerende boerderijen. Uiteindelijk vond de motorisering van de grondbewerking toch plaats dank zij de verbrandingsmotor, die vanaf 1950 geleidelijk alle andere energiebronnen verving.
22 januari 2017 | 10:34