Sint Agatha (5 februari)
Duitstalige gebieden
In Duitsland werd het Agathabrood niet alleen gebruikt als bescherming tegen brandgevaar maar ook als afweer tegen met name korenbrand en diverse ziekten die verband hielden met ‘verhitting van het bloed'.
Vroeger trokken de geestelijken aan de vooravond van 5 februari naar de bakkerijen om de Agathabroden te zegenen. Later werden de broden in de kerk gezegend.
Volgens een legende zou dit brood een jaar lang niet beschimmeld raken. Gebeurde dit onverhoopt toch dan zou er iemand binnen de familie sterven.
Een enkele keer werd dit brood ook meegegeven aan kinderen die het huis verlieten om hen te beschermen tegen heimwee.
In sommige Duitstalige gebieden had het Agathabrood de vorm van een krakeling.
In Beieren werden Agathabroden geschonken aan vrouwen met borstkanker. Deze traditie herinnert aan het verhaal dat de Romeinen de borsten afsneden van de heilige Agatha voordat zij de vuurdood stierf.
Een deel van het gezegende brood werd gevoerd aan het vee en ander deel werd zo droog mogelijk bewaard. Als er dan een zieke viel te betreuren in de familie werd van het gedroogde brood een geneeskrachtige broodsoep gemaakt.
In Sankt Gallen werd het Agathabrood niet alleen gebruikt als middel tegen heimwee maar ook geschonken aan pas in dienst getreden dienstbodes. Voorts was het brood in Zwitserland een goed middel om verdronken mensen te vinden. Het brood werd daarvoor met kaarsjes versierd en in het water gelegd. Op de plek waar het brood stilhield zou de verdronkene te vinden zijn.