Verjaardag
De volkskundige D.J. van der Ven heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de herkomst van de Abraham voor 50- jarigen en aansluitend de Isaac en de Jacob voor respectievelijk 60- en 70– jarigen. In een artikel in het blad Consudel schrijft hij in 1965 over het Noord-Hollandse dorpje Wervershoof waar de Abraham een grote populariteit genoot. Hier kreeg ook een 60-jarige een grote speculaaskoek, Isaac geheten, terwijl zij, die de 70 bereikten, met een Jacob werden vereerd. We duiken in de historie van de herkomst van deze verjaardagsgeschenken en gaan na wat de brood- en banketbakkerij specifiek hebben gedaan aan de ontwikkeling van deze folklore.
Bijbelse oorsprong
De traditie om 50 – jarigen een Abraham te schenken berust op een (foutieve) interpretatie van de Bijbel. Het betreft de tekst in Johannes 8, vers 56-58: Vers 56: “Abraham, uw vader heeft met verheuging verlangd, omdat hij Mijnen dag zien zou; en Hij heeft hem gezien en is verblijd geweest”. Vers 57: “De joden zeiden tot Hem: Gij hebt hem nog geen 50 jaren en hebt Gij Abraham nog gezien?”. Vers 58: “Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg ik U, eer Abraham was, ben ik”. Hieruit concludeerde men vroeger dat men Abraham behoorde te zien als men 50 jaar werd.
Van Broodbuikmannetje tot Abraham
Een aanvullende verklaring voor de ontwikkeling van de Abraham van brood, koek of suiker komt van de auteur P.G. Rotte. In februari 1993 schrijft hij in het vakblad Bakkerswereld dat de Abraham voort is gekomen uit de zogeheten Broodbuikmannetjes. Vroeger werden er volgens Rotte afbeeldingen in brood gebakken van kobolden en huisgeesten, met name ter gelegenheid van het in gebruik nemen van een nieuwe woning. Trok men in een nieuwe woning, dan moest er brood en zout worden meegedragen. Brood in de vorm van een dwerg of kabouter voor goede huisgeesten en zout als afweermiddel tegen boze geesten. Ook in oostelijk Zeeuws- Vlaanderen was er veel vraag naar kabouter- of koboldbroden. Bolletjes werden tot punten gevormd en aan de onderkant werden twee beentjes ingesneden. Aan de bovenkant werd een kopje gevormd en vanuit het midden van het deeg kwamen twee armpjes tevoorschijn. Daarna strijken met eistrijksel, een flinke narijs en ten slotte kleurig, maar lekker zacht afbakken. Het is vanuit deze Broodbuikmannetjes, dat zich volgens Rotte de Abraham heeft ontwikkeld als erkenning van de goede (vijftigjarige) huisgeest. ‘Met de komst van het christendom heeft men een heidense figuur omgezet in een duidelijke, Bijbelse figuur’, aldus Rotte.
Noord-Holland en Achterhoek
In zijn artikelen verwijst Van der Ven naar een bijzondere burenhulde voor de 50- jarige: ‘Het is nog niet zo heel lang geleden, dat te Wijdenes bij Enkhuizen een echtpaar op de vooravond van vaders 50e verjaardag wat tijdig naar bed was gegaan, omdat het de volgende dag wel heel laat zou worden. Toen de klok nog niet koud was van de twaalf slagen der middernachtelijke klokkeklanken, werd tegen de ramen geklopt en eiste een zware mannenstem toegang met de plechtstatige woorden: “Het nachtelijk uur is geslagen. Opent uw poorten, opdat Abraham kan binnentreden”. Na van de eerste schrik te zijn bekomen, begreep men, dat geen kwaad volk zijn komst op een dergelijke wijze zou aankondigen. Bij het openen van de deur drong een optocht van buurtgenoten en vrouwen in gewestelijke kledij naar binnen om als een gezamenlijke burenhulde de 50-jarige een grote Abraham aan te bieden.’ Deze traditie werd in Oosterwouden tijdens de Tweede Wereldoorlog, en in de streek tussen Hoorn en Enkhuizen, nog in ere gehouden, zoals blijkt uit een suikeropschrift op de buik van een Abraham uit die periode: “Al woedt de oorlog wijd en zijd, Vader Abraham kent zijn tijd”.
Ook in de Zaanstreek werden dergelijke levensgrote Abrahamgestalten gebakken. In Noord – Holland was het overigens de gewoonte om de gebakken Abraham te schenken in een zogeheten ‘Abrahamdoos’. In de Gelderse Achterhoek – en dan vooral in Gaanderen bij Terborg – trad Abraham op als een pittig, kordaat heertje, een welgedane boswachter, die genoeglijk rookte uit een lange Goudse pijp. Op zijn bol hoofd droeg hij een kwiek jagershoedje. De Achterhoekse Abraham werd daarnaast gekenmerkt door kromme O-benen, hagelwitte klompjes en achter de ronde brillenglazen een tweetal rozijnenoogjes. ‘Die Achterhoekse Abrahamjager is een veel levensluchtiger verschijning dan de Methusalemgestalte met de witte wattenbaard uit de Beemster, welke wel zeer beantwoordt aan de voorstelling, die we ons van de aartsvader voor de geest halen’, volgens Van der Ven.
In 1937 verblijdde de hervormde predikant, dominee Doorenbos, Van der Ven met een foto van een Abraham, die breeduit, plompverloren en beenloos herinneringen bij hem opriep aan een stenen menhir. De Abraham was getooid met een breed golvende baard. Het gezicht was met glazuur aangebracht.
Propaganda voor de Abraham
De hausse aan Abrahampropaganda binnen de bakkerij kwam goed op gang met de viering van het 50-jarig bestaan van het Station voor Maalderij en Bakkerij te Wageningen in 1959. Toen trok op dinsdag 29 maart van dat jaar een feestelijke stoet reünisten, voorafgegaan door een muziekcorps in bakkerstenue, naar de aula met in het midden als hoofdpersoon een waardige oude heer Abraham. Ter gelegenheid van dit festijn verscheen een uitgave in samenwerking met de heer M. Doeleman, directeur van de “Koninklijke Zeelandia” te Zierikzee, waarin tot alle bakkers een oproep werd gericht om de verjaardag van hun klanten niet onopgemerkt voorbij te laten gaan. Zij moesten familieleden en vrienden eraan herinneren, dat men een 50e verjaardag extra gestalte konden geven in de vorm van een Abraham, bestaand uit een rijk gevuld deeg in de vorm van een grote broodpop. Soms waren deze broodpoppen meer dan manshoog. Men sprak daarmee de hoop en de wens uit dat men – ondanks een ‘gevorderde’ leeftijd toch nog krachtig en kwiek door het leven kon gaan. Dat optimisme werd ook vertolkt door de heilwens in gespoten suiker die op de brood- en koekpoppen werd aangebracht in het Noord-Hollandse dorp Blokker: Abraham kwam over de brug Met de 50 cijfers op zijn rug. Maar wij hopen dat hij niet zal staken Maar eerst de ronde vol zal maken …
Koninklijk Huis
Op 30 april 1959 legde de burgemeester van Hoogwoud, de heer D. Breebaart, een geweldige Abraham neer op de trappen van paleis Soestdijk, toen hij aan het hoofd van een groep in West- Friese dracht voorbij koningin Juliana defileerde ter gelegenheid van haar 50e verjaardag. ‘De koningin was blijkbaar zeer in haar schik met dit originele geschenk en liet zelfs toe een plaatje te schieten van haar met vader Abraham in de armen’, aldus Van der Ven. ‘Later werd dit pronkjuweel van Hoogwoudense bakkunst voorzichtig overeind gezet in het bad van bloemen, dat de bordestrap bedekte. Een plotselinge rukwind deed Abraham echter omtuimelen en in brokken uit elkaar vallen. Burgemeester Breebaart vertelde aan de verslaggevers, dat de koningin het een trieste zaak heeft gevonden, dat haar vader Abraham op de trappen van het paleis Soestdijk in stukken was gevallen. Doch in overleg met het kabinet der koningin heeft Hoogwoud natuurlijk weer met een officiële deputatie een nieuw exemplaar aangeboden. Eveneens ontving de koningin op 2 mei 1959 uit handen van Z.K.H. (Prins Bernhard) een Abraham, die hem was geschonken door de Zwolse cursistenvereniging uit de collectie “Ons Dagelijks Brood”, bestaande uit de bekroonde bakwerken van deelnemers aan de jubileumwedstrijd ter gelegenheid van hun 25-jarig bestaan. Deze Abraham droeg een zware baard van watten en een bril met een suikeren montuur, terwijl hij schijnbaar met innig welbehagen een trekje nam uit een lange Goudse pijp. Ook droeg hij blijkens een foto, verschenen in “De Telegraaf” van 16 april 1959, een glanzend hoge zijden hoed en zo was hij een deftige collega van soortgelijke aangeklede Abrahams, die in de Gelderse Achterhoek populair zijn in de gestalte van een jagersman. Op 29 juni 1961 heeft Z.K.H. Prins Bernhard eveneens zijn Abraham ontvangen op zijn 50e verjaardag en wel een van zeer forse afmetingen.'
Abraham van Ringers
In 1929 had de firma Ringers bij het overnemen van het bedrijf der Koninklijke chocolade- en suikerwerkfabrieken, voorheen De Bont en Lynden te Amsterdam, een 12 cm. hoog beeldje, staande op een piëdestal van 6 cm. doorsnede en 2,5 cm. hoogte ontvangen. Onder de naam ‘Vader Abraham’ werd dit beeldje met flinke regelmaat door bakkers besteld om te worden geplaatst op taarten, bestemd voor 50-jarigen. Het beeldje stelde de aartsvader voor, niet als een oude grijsaard, maar als een grijs gebaarde, in de kracht van zijn leven zijnde man. Zijn puntig baardje en de appelwangen, zijn kleurig opgedraaide snor en zijn tot op de schouders neerhangende haardos gold niet als het toonbeeld van de aartsvader maar gaf wel een zeer gesoigneerd persoon weer.
Soorten Abrahams
Vroeger werd de Abraham gemaakt van fijn gerezen witdeeg. Later werd zwaar krentendeeg gebruikt en tegenwoordig maken de banketbakkers de 50-jarige ook wel van gevuld wenerdeeg of gevuld speculaas. In Friesland maakte men de Abrahams ook van een op taaitaai gelijkend deeg of van oranjekoek, soms manshoog. De poppen, of het nu om een Abraham of een Sara ging, werden vervolgens versierd met suiker of crème.
In België kent men eveneens de Abraham die daar over het algemeen gebakken wordt van speculaas of amandeldeeg. De rest wordt afgewerkt met suiker, de knopen van de mantel en de neus zijn van marsepein, de ogen van rozijnen. Een voorbeeld van een bekend begeleidingsversje ging als volgt: "Abraham ging over de brug met 50 op zijn rug. Luister naar ons, maak het niet te bont, dan maak je de 100 rond."
Hier ziet Gij Abraham voor U staan
Gij wenst hem zeker naar de maan?
Maar ik zeg U: "Ga blij van zin
Uw vijftigste verjaardag in".
---
Nu gij zijt vijf maal tien
Hebt gij Abraham gezien.
Voorspoed in het verder leven
Zij u jarenlang gegeven.
Leef dus in uw tweede jeugd
Zeer gelukkig en verheugd.