Kermis en jaarmarkten
België
Schietspoelen
In het Oost- Vlaamse Hansbeke werden tijdens de herfstkermis de zogenaamde schietspoelen gebakken. De kermis vond plaats op de eerste zondag na 9 oktober.
De schietspoelen waren appeltaarten in de vorm van een halve cirkel en een doorsnee van ongeveer 12 cm. Tot omstreeks 1870 werden deze taarten met de hand gemaakt. Daarna werden ze echter gemaakt met ‘tuigjes': plankjes met handvatten met daarop uithollingen in de vorm van de taart.
Volgens de overlevering werden er op sommige kermisdagen wel 20.000 stuks van deze schietspoelen verkocht. Ook de Mattentaart was er een geliefd kermisgebak, gemaakt van gestremde melk, melk met matten of klonten.
Roggebrood met suiker
De Maaskanter boeren aten vroeger dagelijks volkoren roggebrood. Slechts als er kerm,is was, kregen ze iets bijzonders; dan werden hun plakken roggebrood belegd met harde klonten druivensuiker.
Geutelingen
In het Vlaamse Elst werd Apollonia vereerd. Op haar naamdag, 9 februari, werden bedevaarten gehouden die gepaard gingen met kermisviering. Op die dag werden de zogenaamde geutelingen gebakken. Het beslag was zo dun dat het op de bakplaat uitliep en in de gootjes van de plaat terechtkwam, vandaar de naam.
Vlaaikes
Op de zondag na Maria Boodschap vierden de inwoners van Mechelen hun Kapellekenskermis naar aanleiding van een 18e eeuws kapelletje in de buurt van de stad.
Rondom deze kapel, gewijd aan Maria, vond de kermis plaats. Vooral de verkopers van vlaaien deden er goede zaken. Er werd namelijk gedobbeld om Lierse vlaaikes.
Deze vlaaikes werden ook verkocht op de grote kermis van Sint Gommarus, de Lierse stadspatroon. Deze kermis werd gevierd op de tweede zondag van oktober.
Felix Timmermans schreef er over in zijn boek ‘Het keersken in de Lanteeren'.
‘Sooke van der Musschen, is de man, die de lekkerste Liersche vlaaikes bakt. Zijn vlaaike bestaat uit een schoteltje deeg ter grootte van een inktpot, waarin een vulsel siroop, bloem en suiker gegoten wordt. Ze zijn heerlijk als ze nog versch zijn en daarom koopen alle vreemdelingen, die per abuis in Lier verzeild raken, zulk een pak van twaalf vlaaikes voor 50 centiemen.'
Deinzer taart
De Deinzer taart was een alom geliefd en populair kermisgebak met een zekere faam, ook in het buitenland. De taart werd bijvoorbeeld jarenlang naar Moskou verzonden.
Die relatie met de Russische hoofdstad dankten de Deinzer bakkers aan de Russische barones, die in de tweede helft van de 19e eeuw in het Deinzer klooster van Sint Vincentius en Paola woonde.
De taart kent vier vormen. Men maakte daarvoor amandel-, biscuit-, Wener- en moscovisch beslag, het laatste met krenten en rozijnen. Al naar gelang de opmaak en het bespuiten werden ze met ‘schone' namen in de handel gebracht, als. Turin, Marquis, Trocadero en Délice.
Vlaamse kaastaart
De kaastaart kent in de Druivenstreek, en ook in enkele nabijgelegen Waals- Brabantse gemeenten, een lange geschiedenis. Het is een typische kermistaart die vroeger door de huisvrouwen zelf bereid werd en bij gebrek aan een oven naar de lokale bakker gebracht werd. Vandaag de dag bakken zowel de professionele bakkers als de enthousiaste thuisbakkers deze traditionele kaastaarten. Een jaarlijkse wedstrijd te Hoeilaart houdt de traditie bovendien in ere.
De kaastaart mag zich sinds september 2011 bovendien een Vlaams traditioneel streekproduct noemen. De kaastaart draagt nu het label streekproduct.be.
Een echte kaastaart bevat steeds een laagje appelcompote (vroeger pâte de pommes), op een bodem van gistdeeg en een vulling van plattekaas, eieren, amandelen of macarons en rum. De kaastaart is nooit hoger dan ongeveer 4 cm en de smaak kan wat variëren al naargelang de verhoudingen. Een gebakken taart is goudgeel van kleur met een wat donkere buitenrand; meestal vertoont de vulling een barst. In de volksmond is een "goei kijs-toet" "dun van leer en dik van smeer".
Duitsland
In de 19e eeuw kende men in Duitsland een gebruik dat bekend stond als ‘de kermis begraven'. Men begroef bij deze gelegenheid diverse kermislekkernijen waaronder in elk geval een stuk koek en een fles wijn of brandewijn.
In Thüringen hield men, ter gelegenheid van het Kerkwijdingsfeest, een rondgang doorhet dorp, om grote, ronde kermiskoeken te verzamelen. Deze werden overhandigd aan de ceremoniemeester met de opmerking: Macht euch fein lustig!
De koeken werden per kruiwagen verzameld en vervolgens naar de herberg gebracht. 's Avonds werden ze daar gezamenlijk onder spel en dans verteerd.