Oogstgebruiken
Korenpoppen
In alle Europese landen bleef de herinnering aan oude vegetatiegodheden levendig in
talrijke gebruiken bij de boerenbevolking. Deze korenpoppen moesten vruchtbaarheidsgoden voorstellen en een nieuwe, goede oogst in het vooruitzicht stellen.
De oorsprong van "Corn Dollies" (korenpoppen)
(vertaald uit het Engels uit "Corn Dollies", bron onbekend)
Oeroude cermonieën
Ceremonies verbonden met de oogst van gewassen zijn over de hele wereld gedurende eeuwen verricht. De meeste zijn geassocieerd met vruchtbaarheidsriten en de aanbidding en verzoening van de godin van het graan.
Het is bekend dat tarwe en gerst in het wild groeiden in het Nabije en Midden-Oosten rond 8000 v. Chr. De vroegste boeren ontdekten, dat deze grassen droog voer voor dieren opleverden en, indien gekneusd en doorweekt, ook voedsel voor de mensen.
De vrouwen in deze kleine vroege boerengemeenschappen gebruikten een primitieve methode van landbouw. Zij gingen de grond ruw bewerken met een gekerfde stok als hun enige werktuig. Als de rijkdom van de aarde op een plaats uitgeput was, verhuisden deze vroege boeren naar een andere plek. Sommigen volgden een drang om naar het westen te trekken, maar anderen vestigden zich in het vruchtbare dal van de Nijl, waar onlangs Emmer tarwezaden bewaard in graankuilen zijn gevonden. In koudere klimaten werden haverzaden uit Perzië en rogge van de hoogste hellingen van de Hindu Kush met succes gezaaid en geoogst.
Godin van de vruchtbaarheid
Er was nog niets bekend van het ontkiemen van zaden en dus dacht men, dat een godin de vruchtbaarheid van het veld en het welzijn ven het gewas beheerste. Men geloofde, dat het in de macht van de godin was om een goede of slechte oogst te geven. Offers werden aan haar gebracht en ook aan beelden, gemaakt naar de volgens primitieve begrippen gelijkenis van de godin. Deze beelden werden gewoonlijk van stro gemaakt, vaak van de laatste schoof. Het ontwerp werd na vele jaren door traditie een symbool van de godin van het graan.
Dit afgodsbeeld of beeld van de godin is de oorsprong van de "corn dolly" zoals die vandaag nog voortleeft. De godin had een veelheid aan namen - Isis in Egypte, Demeter in Griekenland, Ceres in Italië; plaatselijke namen waren o.a. "Harvest Bride" (oogstbruid), "Harvest Queyn" (oogstkoningin), "Bride of the Corn" (bruid van het koren).
Gedurende de eeuwen verhuisden deze vroege nomadische boeren naar Zuid- Engeland en Scandinavië omstreeks 4000 v. Chr., terwijl ze hun bijgeloof en geloof in hun goden en godinnen meenamen.
Corn dolly
Het was de herinnering aan deze heidense verering en de verzoening van de godin, die tot in het begin van de 19e eeuw aanleiding gaf tot de ceremonies, verbonden met de oogst in afgelegen streken van Engeland, Schotland en Ierland. De "corn dolly" werd beschouwd als de rustplaats van de godin of geest van het koren nadat het gewas was geoogst. Zij werd bewaard en vereerd tot het volgende jaar, als er een nieuwe werd gemaakt, om zo de vruchtbaarheid en voortbestaan van de oogst te verzekeren.
De kunst van het maken van "corn dollies"werd van vader op zoon doorgegeven, soms van moeder op dochter, en er zijn verslagen van kleine boerengemeenschappen, die meedoen aan oude gebruiken, waarvan de oorspronkelijke betekenis al lang vergeten is.
Een van deze ceremonies is vermeld in Everyday Book van William Hone, gepubliceerd in 1827. Het werd "Crying the neck" genoemd en kwam uit Devon. De "neck"was de naam, die in dat graafschap aan de "corn dolly" werd gegeven: Aan het einde van de oogst staan de mannen en vrouwen rond een oude man, die de "neck" of schoof van de beste korenaren heeft gevlochten. Ze zingen allen droevig "Wee-en, way-en" als hij eerst de grond aanraakt met de "neck" en haar dan hoog optilt, terwijl allen van vreugde juichen.
Dit merkwaardige gezang zou uitgelegd kunnen worden als "We're in" of "The harvest is in".
Soms speelde een jong meisje de voornaamste rol in de ceremonie en droeg zij, zittend op de laatste wagen, de korenbaby. In andere verslagen werd een schitterende "Harvest Queen" (oogstkoningin) tot op het veld gedragen met een sikkel onder haar arm en werd zij "met muziek en veel geschreeuw" 's avonds naar huis gebracht.
Oogstmerrie
Folk Lore van Mrs. Leather heeft een verslag van "Crying the mare" in Herefordshire. Een klein stukje koren, dat de merrie moest voostellen, werd op het veld achtergelaten. Benen werden aangegeven door dit in vier bosjes te binden. Sikkels, die bij hun punt werden vastgehouden, werden gegooid om de benen van de merrie af te snijden. Dit werd zelfs nog moeilijker gemaakt voor de werper door hem met de rug naar de merrie te laten staan en hem door zijn benen te laten gooien. De man, die het lukte, was de eregast op het oogstdiner. De laatste fase was het weven van het stro van de merrie in een soort van oogsttrofee.
Strofiguren uit de noordelijke graafschappen waren soms gekleed in een kinderjurkje en muts en sommige mensen denken, dat de naam "corn dolly" is ontstaan uit dit gebruik.`
Dat er twee manieren waren om de graangeest te beschouwen is duidelijk uit deze verslage. In sommige delen van Wales werd de "corn dolly"een "hag" (heks) genoemd. Ze werd door een snelle hardloper naar elke naburige boer gebracht, die nog niet klaar was met zijn oogst. De hardloper probeerde onopgemerkt aan te komen en de stroheks van achter de heg onder de sikkel van de voorman te gooien. Dit hield een zeker risico in, aangezien hij, als hij gepakt werd, aan handen en voeten gebonden kon worden en achtergelaten werd op het veld of in de rivier gegooid. Men was duidelijk bang om de laatste boer te zijn om de korenheks te bezitten, omdat ze geacht werd ongeluk te brengen.
"Y Gaseg Fedi", de oogstmerrie, is ook vermeld in Wales. Dit was in grote lijnen gelijk aan de ceremonie in Herefordshire, met uitzondering van het feit, dat, nadat de benen van de merrie waren afgesneden, er een vrij gevecht was voor het bezit ervan. De succesvolle oogster was degene, die het eerst naar de boerderij rende, nadat hij de meisjes, die op de loer lagen om hem met water te begieten, ontweken had, en hij werd de held van de avond. (het water werd oorspronkelijk beschouwd als een tovermiddel voor een goede regenval voor het volgende jaar). Maar succesvol of niet, de oogster eiste kussen van iedereen en in elk geval werd de merrie opgehangen, zodat iedereen haar kon zien.
Korenmoeder
De "maighdean bhuana"of korenmaagd en de "cailleagh" of korenmoeder zijn namen, die gegeven worden aan de twee "corn dollies", die het nieuwe en het oude graan symboliseren in Argyll in Schotland. De eerste werd dan versierd met linten en kant en de tweede als een oud wijf in een rok, sjaal en een haveloze kap. De laatste werd beschouwd als brenger van ongeluk en gevreesd en werd gegeven aan een boer die te laat was met zijn oogst. Maar de bruid, zoals ze ook wel genoemd werd, werd in triomf van de oogst weggedragen, vaak door het jongste of mooiste meisje in het veld, en boven de schoorsteenmantel van de boerderij opgehangen.
"Crying the kirn" en "Cutting the hare" kunnen tot dezelfde ceremonies in Engeland gerekend worden; alleen is "kirn" en vervanging voor "neck" en "hare" voor "mare".
De "cailleagh" of korenmoeder speelde soms nog een andere rol. Soms had ze een grote zak in haar schort, volgestouwd met brood en kaas, en een sikkel op haar rug in de band van de rok. Met deze dingen erbij werd zij verwelkomd op het oogstdiner met een toast van de arbeiders: "Voor degene, die met de oogst geholpen heeft". Als er gedanst werd, was zij de eerste die een partner kreeg.
Maria Lichtmis
De verhalen uit Ierland gaan meestal niet over de oogst maar over de "Eve of Candlemas" (Maria- Lichtmis, 2 febr.), het begin van het jaar voor de boer. Dit was voor veel Ierse families het teken om te gaan zitten en kruisen van biezen en stro te maken voor 1 februari, ter ere van St. Birgit, een 5e-eeuwse heilige, waarvan men veronderstelt, dat ze de attributen van Bright, de godin van het vuur, heeft overgenomen. Tot in het midden van de 19e eeuw werden thuis eenvoudige ceremonies gehouden en de kruisen werden gemaakt om te voorkonen, dat mens of dier kwaad zou overkomen.
Het Nationaal Museum van Ierland heeft vele voorbeelden van kruisen van stro. De meerderheid ervan is opgebouwd in de vorm ven een medaillon, maar sommige zijn gevlochten met een kruis in een cirkel en andere in de vorm van driebenige kruisen, die in de koestal werden gehangen, en vierbenige, die in het huis werden geplaatst na te zijn gezegend. Zoals in Schotland werd de korenmoeder "cailleagh" genoemd en de ceremonies in de oogsttijd leken veel op die in Engeland. Oogstknopen werden in bepaalde streken gemaakt als onderdeel van de oogstjool. Dit waren decoratieve knopen, gemaakt van een enkele vlecht, en ze werden als bewijs van liefde gegeven aan het andere geslacht.
Genezende krachten
De laatste schoof werd in de koestal of het huis bewaard totdat hij het volgende jaar door een nieuwe schoof werd vervangen. In sommige plaatsen dichtte men hem genezende krachten toe en werd hij aan zieke dieren gegeven, in andere werd hij tot as verbrand, waarvan een zalf werd gemaakt om huidaandoeningen te genezen.
De uitvinding van de dorsmachine in 1800 en van de maai- en bindmachines in 1881 versnelde het oogstproces maar de mechanisatie beschadigde de strohalm. Deze moderne mechanische hulpmiddelen waren de oorzaak van het afnemen van het maken van "corn dollies". In afgelegen streken werden echter nog korenpoppen gemaakt en de kennis van deze vaardigheid stierf nooit helemaal uit. De oude vlechten werden levend gehouden in het maken van oogstkruisen in veel dorpskerken na de adoptie van oogstfestivals door de Anglicaanse kerk omstreeks 1850.
Het was op het "Festival of Britain", dat er weer belangstelling werd gewekt voor deze oude vaardigheid. Het festival stelde Fred Mizen uit Essex aan om een levensgrote leeuw en eenhoorn uit stro te maken. Deze werden erg bewonderd en droegen bij tot een hernieuwde belangstelling in de vaardigheid. Sindsdien heeft een toenemend aantal mensen de oude vlechten leren maken en ook traditionele "corn dollies".
Geen ambacht kan echter statisch blijven en er is nu een aantal vlechters, dat nieuwe ontwerpen maakt en prachtig strowerk creëert gebaseerd op de oude technieken.