Huwelijk
Buitenland
Huwelijksbroden voor de feestelijke tafel of als geschenk voor de armen waren overal in Europa verspreid. Vaak waren het sierbroden die een haan of een wieg, twee oude vruchtbaarheidssymbolen, voorstelden.
Duitsland
Naast de Wecken kwamen in enkele Duitse streken ook honingkoeken, rijk versierd met afbeeldingen, als bruiloftsgebak voor. Men noemde deze ‘Hochzeitsfladen' en ze leken enigszins op onze Limburgse vlaaien.
De Hochtzeitsbretzel of huwelijkskrakeling, de Platkuchen, de Eierkuchen en de bekende Baumkuchen waren andere bekende huwelijkslekkernijen.
De Baumkuchen was bij uitstek het symbool voor vruchtbaarheid.
Hoed
Niet alleen man/vrouwfiguren werden gebakken voor een huwelijk, ook typisch mannelijke of vrouwelijk attributen werden uitgevoerd in brood of banket. Een voorbeeld is een ‘broodhoed' uit Zuid- Duitsland. Het brood werd gegeten met zoete soep.
Brood ter grootte van een wagenwiel
Passeerde de bruiloftsstoet de grens van het dorp dan moesten koeken als een soort van belasting worden uitgeworpen. In de omgeving van Güstrow in Mecklenburg hield men bij die gelegenheid vroeger een grensmaal waarbij een Kringel, een brood zo groot als een wagenwiel, werden opgediend.
Bij het binnentreden van het huis werd aan de bruid brood (soms brood en zout) aangeboden. Hier en daar werd voor die gelegenheid een speciaal brood gebakken waarvan elke gast een stuk afbrak. Deze stukjes nam men mee naar huis, bakte ze opnieuw tegen bederf en bewaarde ze zorgvuldig. Bij ziekte kwamen deze stukjes brood weer tevoorschijn; men stampte ze fijn en gaf dit aan de zieke.
In Kühnau ontvingen de gasten na hun terugkeer uit de kerk ieder een koek waarmee zij de bruid tegen het lichaam stootten ter bevordering van haar vruchtbaarheid.
Grenskoek
Hoe meer moeite men moest doen om een deel van het huwelijksbrood of huwelijksgebak te bemachtigen des te meer zegen zou het veroverde stuk de winnaar opbrengen. Dit was de achterliggende gedachte van een hardloopwedstrijd op het platteland waarbij men een grenskoek kon winnen. De eerste bruidsjonker liet deze koek bakken na de eerste huwelijksdag. In Saksen waren het met name de jongemannen die blootsvoets renden om deze bruidstollen.
Pastei met dwerg
Net als in ons land ging het er in het buitenland soms overdadig aan toe op bruiloftsmalen.
Tijdens het huwelijksfeest van Wilhelm, paltsgraaf en hertog in Beieren, met Renate, hertogin van Lotharingen, in 1568 in München werd bijvoorbeeld een pastei opgediend, waarin een dwerg in vol ornaat zat die, toen de pastei werd aangesneden, naar buiten marcheerde.
‘Rondgang van het geluk'
In een Duits boek over huwelijksgebruiken dat de titel "De grote gemeenschap van brood en gebak van het geluk" draagt, werd de etiquette vermeld hoe men zijn gasten moest uitnodigen. Brood en banket speelden een rol hierin.
Gewoonlijk nodigden de verloofden persoonlijk de mensen uit voor hun huwelijksfeest. De gasten brachten op het feest zelf gebak mee. Het jonge paar moest hiervan proeven. Door dit gebaar werden zij voorgoed opgenomen in de landelijke gemeenschap van het brood. Een ander gebruik met hetzelfde doel was dat de bruid met een mand op bezoek ging bij alle families in het dorp. Overal ontving zij een stukje brood of een koek. Dit werd de rondgang van het geluk genoemd.
Oostenrijk en Zwitserland
In Zwitserland werden onder andere taarten gebakken met daarop een voorstelling van het bruidspaar. Symbolisch werd daarop tevens de wens geuit dat zij maar vele kinderen mochten krijgen.
Ook heel wat vruchten hadden een symbolische betekenis. Dit was zeker het geval voor de granaat met zijn helrode bloemen en zijn appelvormige vrucht vol rode zaadjes. Zijn bloemen en vruchten symboliseren jonge meisjes en de liefde zelf.
Wanneer een jongeman de hand van een meisje vroeg, deed hij dat volgens een bepaald ritueel. Het antwoord - de afwijzing of de aanvaarding van de kandidaat - werd eveneens uitgedrukt met symbolische gebaren.
In het Binntal, Valais, werd de jongeman die door het meisje aanvaard was, onthaald op gebak waarbij de door hemzelf meegebrachte wijn gedronken moest worden.
Als ook de ouders van het meisje de jongeman een gepaste kandidaat vonden, kreeg hij een flink stuk taart voorgezet.
Werd de jongeman afgewezen bij de eerste kennismaking, vertrok hij zonder dat het meisje van de wijn had gedronken.
In Oostenrijk is het gebruikelijk de gasten grensbroodjes aan te bieden, als de bruid de grenzen van het erf of het dorp overschrijdt om zich naar haar toekomstige echtgenoot te begeven. In et oude Griekenland bestond deze gewoonte ook al, wat terug te voeren is op de tijden, dat de verloofde werd gekocht.
Dans van de kouglof
In Thüringen deelden de bruidsmeisjes een speciaal soort brood, het zogenaamde Vrijgezellenbrood, rond. Het brood werd gebroken en degenen die het grootste stuk kreeg, zou de eerstvolgende zijn die in het huwelijk zou treden.
In Bohemen werden degenen die niet waren uitgenodigd voor een bruiloft voorzien van speciale broodjes, de zogeheten matacky, die buitenshuis werden opgehangen.
In Zwitserland en in de Elzas is de kouglof, een soort tulband, de bruidstaart. Deze werd in sommige streken met rum overgoten.
In Stiermarken worden deze kleinere taarten op het hoofd van de bruidsmeisjes geplaatst, versierd met brandende kaarsen. Zij dansen net zo lang tot de kaarsen zijn opgebrand. In Wenen en in de rest van Oostenrijk kent men trouwens de ‘dans van de kouglof'.
Scandinavië
De Zweedse bruiloftskrakelingen vertoonden veel overeenkomsten met het vlechtgebak zoals dit rond Palmpasen in Laag Keppel werd gebakken, aldus Nannings. De krakeling werd ook gebruikt als vorm voor de bruidstaart maar ook kleine gebaksvormen als sterren en driehoeken waren geliefd.
De meeste huwelijkskoeken werden in Zweden gedomineerd door de kleuren rood en geel. Rood wellicht als verwijzing naar het oeroude offerbrood, geel als symbool van de vruchtbaarheid.
In Zweden gaf de bruid een brood aan iedereen die zij op weg van de kerk naar huis tegenkwam.
In Noorwegen bracht elke gast zijn eigen eten mee naar het huwelijksfeest. Men at onder andere vlees, verscheidene soorten gebak en een rijke broodsoep met zure room. Dit alles werd vervoerd in kunstig beschilderde en met beeldjes versierde manden.
In Finland en Denemarken is het tegenwoordig nog gebruikelijk in één van de kasten van het huis dat het bruidspaar zal betrekken, een stuk brood en wat zout te leggen als uiting van de wens dat het de jonggehuwden nooit aan spijs zal ontbreken.
In verschillende landen wordt het bruidsgebak boven het hoofd van de bruid gebroken. In Zuid- Slavië en in sommige streken van Engeland gebeurt dit nog steeds.
Engeland
In het Engeland van weleer droeg de bruid een krans van korenaren om haar hoofd terwijl bij haar terugkeer uit de kerk handenvol koren over haar heen werden gestrooid. Het meest bekend en bewonderd zijn echter de Britse weddingcakes.
Weddingcake
In Groot - Brittannië speelt de bruidstaart een grote rol. Het is een vorm van gebak waaraan kosten noch moeite worden gespaard. Volgens de oude traditie behoort de weddingcake met de degen te worden aangesneden. Tegenwoordig gebruikt men soms een zaag.
De eerste laag van de weddingcake is een witte glazuurlaag, symbool van het licht.
De tweede laag bestaat uit amandelpers, symbool van de verloving en de derde laag is de plum cake, het sluitstuk, het huwelijk voorstellend.
Een geestelijke van de Anglicaanse Kerk zegent de taart waarna dit pronkstuk in plechtige optocht naar de feestdis wordt gedragen. Dit ceremonieel dateert uit oude tijden.
De Britse bruidstaarten kenden soms een verrassende monumentaliteit, een traditie die terug gaat tot de huwelijksfeesten van de kinderen van koningin Victoria. Zo verscheen op de bruiloftsdis van prins Albert (prins van Wales) met prinses Alexandra, in 1863 een sierlijke, precieus gemodelleerde tempel in neogotische stijl.
In 1879 presenteerde men een klassiek beeldenrijk monument, dat als ‘pièce montée' het interieur van de feestzaal sierde in het slot Windsor bij gelegenheid van het huwelijk tussen prins Arthur van Connaught en prinses Louise Margaretha van Pruisen.
Zie ook: Bruidstaart.
België
In de Ardennen ontving iedere gast een klein taartje, dat na afloop van de feestelijkheden werd meegenomen.
Onder andere in Kassel en Bergen werd op bruiloften de zogenoemde ‘maagdentaart' aangesneden, symbool van de overgang van vrijen naar trouwen. In Belgisch Limburg kregen verloofden bij hun bezoek aan verwanten weggensop, een mengsel van wittebrood, melk en suiker.
In Spa vierden de meisjes, negen dagen vóór Lichtmis (2 februari), de symbolische ontvangst van hun geliefde. Ze versierden de tafel met een maretak en op twee borden legden ze een halve brioche, een gebak in de vorm van een tulband, dat ze in de kerk lieten zegenen.
Ook kon men aan het brood dat door een meisje was gebakken, zien hoe het haar later in het huwelijk zou vergaan. Zo kreeg een meisje, dat brood met scheuren bakte, een ruwe man.
Verder was het steeds een ongeschreven wet dat alleen een gehuwd persoon het brood mocht aansnijden. Een ongehuwd man of vrouw die aan tafel brood of kaas aansneed, moest met zijn of haar huwelijk zeven jaar wachten.
Een ongehuwde mocht ook niet van de korst van het brood eten, eveneens op straffe van zeven jaar wachten om te mogen trouwen.
Baltische staten
In Estland ziet men de bruidskoek, of het bruiloftsbrood, in de vorm van een stol als vruchtbaarheidssymbool. Het gebak wordt midden op tafel gezet, voor het bruidspaar, doch de geliefden noch de gasten mogen het aanraken, laat staan ervan eten. Alleen het bruidspaar heeft er recht op; straks mogen ze het meenemen naar hun eigen woning.
In Litouwen wordt de bruidstaart door de vrouw des huizes aangeboden, versierd met brandende kaarsjes. Na de maaltijd worden rond de bruidstaart verschillende dansen uitgevoerd; ook dit gebruik gaat terug tot heidense tijden toen de dans tot het ceremonieel van de godsdienstoefening behoorde.
Japan
In Japan bestaat het feestgerecht uit een rijsttaart. In sommige streken wordt deze geflankeerd door twee mandjes die een symbolische betekenis hebben. Het ene mandje, de yonakibako, is van buiten met gekleurd papier versierd en het bevat de eerste brief die de jongeman aan zijn verloofde schreef.
Het tweede mandje is versierd met tekeningen van de reiger en takken van de dennenboom, symbool voor een lang leven.
Joegoslavië
In het voormalige Joegoslavië hechtte men sterk aan traditioneel huwelijksgebak.
Een voorbeeld hiervan is de ‘Guguska- Saralka' die bereid werd in een bakvorm van notenhout. Dergelijk gebak werd ook wel door de jongemannen aan hun toekomstige bruid geschonken.
Het was een taart van ongewoon formaat; een gelijkzijdige driehoek versierd met de afbeelding van een visgraat, de levensboom en een ovale schotel.
Het meisje van haar kant schonk haar verloofde een peperkoeken paard, een mooi dier met stevige poten dat zijn hoofd trots rechtop houdt. Soms waren de manen gemaakt van fijn geknipt gekleurd papier. Dit alles versierde men met rozen, bloemen en linten en in sommige gevallen werd ook de ruiter afgebeeld met zo mogelijk een foto van haar verloofde.
Polen
Een bruiloftskoek uit de omgeving van Bialystock geeft een boerenechtpaar weer, vermoedelijk bij een levensboom, die voorspoed en geluk bracht.
Korowaje
Vooral in het oostelijk deel van Polen hecht men nog veel belang aan de huwelijkstaart, die daar ‘Korowaje' heet. Het oppervlak van het gebak is versierd met een reeks figuurtjes uit deeg die mannen en vrouwen voorstellen. Ook staan er boomstammen op de taart met 2 of 3 dikke, recht naar de hemel gerichte takken erop, het symbool van vruchtbaarheid en voortplanting. Kleine dieren en vogeltjes op de taart staan symbool van vrede en voorspoed.
Het gebak wordt bereid volgens strenge regels. Er mag geen zout in het deeg verwerkt worden want dat zou schadelijk zijn voor het huwelijksgeluk. Elke vrouw die helpt bij de bereiding van de taart en ook de buurvrouwen, brengen een door henzelf gemaakt figuurtje aan op het gebak dat zo een prachtig sierstuk wordt. Op deze manier drukken zij hun deelneming aan de gebeurtenis uit. Wanneer het gebak de oven in gaat, zingen de vrouwen oude, traditionele liederen.
Nowalatek
De ‘Nowalatek' is een groot, rond huwelijksbrood dat wordt leeggehaald in het midden. Hierin wordt een pop uit brooddeeg geplaatst met een grappig gezichtje. Neus, ogen en knopen van de jurk worden door een kuiltje in het deeg aangeduid. Het popje is omringd door allerlei figuurtjes en diertjes die het toekomstige geluk van de bruid moeten aankondigen. Ook in dit geval worden de kleine figuurtjes door de vrouwen uit de buurt aangebracht; het huwelijk is immers een sociale gebeurtenis die heel de gemeenschap aangaat.
Het is de gewoonte dat vóór de ceremonie de vriendinnen van de bruid samen met de oudere dames uit de familie van de bruidegom, allerlei traditionele voorwerpen klaar maken, zoals de stok voor de ceremoniemeester, maar ook de broodjes en het gebak.
In Krakau bestaat nog steeds de gewoonte om aan de verloofden het nodige toe te sturen voor de bereiding van het gebak dat op hun huwelijksfeest zal verorberd worden. Zij ontvangen bloem, eieren, kaas enz. De priester die het huwelijk inzegent, krijgt een taart in de vorm van een haan, of een suikerbrood als geschenk.
Griekenland
De Griekse huwelijkstaart heeft altijd de vorm van een kroon. De taart wordt mooi versierd met een overvloed aan kleine vormpjes die sierraden voorstellen en samen een kleurrijke slinger.
De uitgebeelde motieven kunnen variëren van schelpjes en slingers tot geschubde vormpjes, cirkels met bovenop een kroon met scherpe punten. Het geheel wordt omringd door bolletjes van een rozenkrans. De taartversiering wordt verder aangevuld met een lange vis en één of ander voorhistorisch dier met een lange staart.
Op Kreta worden grote, platte, sierlijk gedecoreerde broodtaarten gemaakt voor het bruiloftsmaal. Ook hierop vindt men verschillende motieven, als vogelpaartjes en duiven, maar ook groen en bloemen, om de huwelijksband uit te beelden.
Turkmenistan
De Turkmenen zijn een Turkse bevolkingsgroep in het noorden van Afghanistan. Ook bij hen is het gebruikelijk ter gelegenheid van een huwelijk een taart te schenken, Gewoonlijk is de taart rond en versierd met rechtlijnige motieven en sterren. Dergelijke sterren hebben doorgaans zes punten met daar tussenin nog zes kleine puntjes. Het gebak in kwestie kan klein zijn, in de vorm van een bootje of een halve maan.
Baklava
Voor de huwelijksmaaltijd worden lange, lage tafels opgesteld waar om heen de genodigden in groepen van 20 à 25 personen op hun knieën plaatsnemen. Het laatste gerecht op het menu is de baklava, een notentaart met honing. Daarna wordt er gedanst en geklonken tot in de vroege uurtjes. Bij het verlaten van het ouderlijk huis wordt de bruid bedolven onder suikerkorrels. Als ze haar nieuwe woning betreedt, reikt men haar brood, druiven, suiker en geld aan. In haar zak draagt ze gist uit haar ouderlijk huis mee.
Roemenië
Hier speelt de dennenboom een belangrijke rol bij de voorbereiding van een huwelijksfeest. Een kleine den wordt geplant dicht bij het ouderlijk huis van de bruid en op zondagmorgen - de dag vóór het huwelijk - wordt deze versierd door een groep jongens en meisjes.
De den is het symbool van de weerstand en van de kracht van de natuur. Dat is tenminste de boodschap die hij moet meedelen aan het jonge paar dat samen een nieuw leven begint. Het boompje wordt versierd met kleurrijke papieren figuurtjes en linten. Bovenop zijn brood en / of banket een ronde krakeling en een pomp bevestigd die door het nieuwe echtpaarmoeten worden opgegeten op de avond vóór hun huwelijk.
Het dennenboompje wordt daarna geplant in een taart die hiervoor speciaal is klaargemaakt en op een plank wordt bevestigd.
Tijdens de huwelijksceremonie worden er door de familieleden en vrienden van de verloofden ronde honingkoekjes uitgedeeld. Zij heten ‘bistirta nosoud', zijn versierd met bloemen en spiraaltjes en worden door iedereen als herinnering bewaard. Er worden ook rechthoekige koeken uitgedeeld die op dezelfde manier versierd zijn. Dikwijls zijn het twee koeken op elkaar, verbonden met een bloemenslinger. Het traditionele menu voorziet in gebraden kip - hier symbool van de vruchtbaarheid - als hoofdgerecht. Ze
wordt gepresenteerd met een slinger van maïsbloemen op een ronde of rechthoekige honingtaart.
Italië
De buren drukken hier hun gelukswensen uit door het jonge paar met graan- of rijstkorrels te bestrooien. De bruid krijgt een extra wens toebedeeld want men bestrooit eveneens de tafel van haar nieuwe woning met graankorrels.
Boven haar hoofd wordt bovendien een taart verdeeld onder de toeschouwers. Binnenin de taart zitten levende vogeltjes opgesloten die natuurlijk wegvliegen wanneer de taart gebroken wordt.
Op Sardinië, het Italiaanse eiland in de Middellandse Zee, wordt tot op de dag van vandaag de bruidstaart omgeven door laurierbladeren, volgens ingewijden het symbool van rijkdom en vruchtbaarheid.
Bulgarije
In dit land wordt een huwelijk een week lang gevierd: het begint op donderdag en eindigt pas de donderdag van de week daarop. De feestelijkheden beginnen met de ‘zasevedi', het symbolisch zaaien van het graan.
Dan maakt men een sprong voorwaarts in de tijd en moeten schoonzussen en schoonbroer het deeg kneden. De bloem wordt wel 7 of 9 keer gezeefd terwijl de toeschouwers traditionele liederen zingen. Daarna worden de trouwringen op het deeg gelegd waarin geroerd wordt met een groene stok, ‘kaval' genoemd. Dit is in feite een lange fluit (of een gelijksoortig instrument) die aan de bruidegom toebehoort. De bedoeling van dit ceremonieel is nl. het ‘instrument' van de bruidegom aan het werk te zetten onder begeleiding van aangepast gezang.
Elke dag komen er meer rituelen aan te pas en het hoogtepunt wordt natuurlijk bereikt op de huwelijksdag wanneer de jongeman afscheid neemt van ouders en familie. Zijn hoofd wordt bestrooid met zaadjes, symbool van vruchtbaarheid.
Het feest vindt meestal plaats in het ouderlijk huis van de bruidegom. Het jonge koppel verkreukt met de voeten een wit laken; de schoonmoeder ontvangt haar nieuwe schoondochter en biedt haar honingkoek, wijn, boter en gedroogd fruit aan. Meest van al wordt de honingkoek gewaardeerd, want hij is een teken van geluk en welzijn, van vruchtbaarheid en voorspoed. Wanneer de jonge bruid later, na het feest, water gaat putten, gooien haar vrienden haar nog steeds handenvol graan toe. Graan en brood zijn de uitdrukking van het geluk dat de dorpsgemeenschap het jonge paar toewenst.
Hongarije
In dit land bestaan er heel wat verschillende vormen om peperkoek te bakken, doorgaans gesneden uit perenhout. Dezelfde bakvormen worden gebruikt voor het huwelijksgebak. In een exemplaar uit 1684 zijn een hart en een kasteel uitgesneden. Een andere vorm, uit het midden van de 18e eeuw, toont een rond venster waarachter een dame en een huzaar zichtbaar zijn die allebei een gloeiend hart vasthouden, dat met pijlen is doorboord. Het hart draagt het cijfer 3.
De huwelijksplechtigheid kan in Hongarije zowel bij de ouders van de jongen als bij die van het meisje plaatshebben. Het gebeurt ook dat het feest begint in het ouderlijk huis van de bruid en dat het daarna bij de jongen thuis voortgezet wordt. Gewoonlijk schept het aantal genodigden, vrienden, kennissen en familieleden heel wat organisatieproblemen, maar de buren helpen graag een handje - zeker bij het bakken van koeken en taarten. Met een paaltje in de grond wordt de plaats van de ceremonie aangeduid. Dit "paaltje" kan ook wel eens een kunstig versierde boomstam zijn, voorzien van flessen wijn en broodjes.
Dergelijke gebruiken wisselen van streek tot streek en hangen natuurlijk af van de mate waarin beide families de traditie respecteren. Ook hier is het overal de gewoonte het hoofd van bruid en bruidegom bij hun aankomst met graantjes te bestrooien. Ook moeten ze samen onder een groot, mooi versierd brood doorlopen.
Op de tafel in de eetkamer is een levensboom opgesteld, een kleine boomstam met takken uit gedraaid ijzerdraad, waarop bloemen en fruit uitgestald liggen, maar ook snoepjes, gebakjes en rozemarijntakjes. Zo gebeurde het tenminste in het begin van onze eeuw in Tola.
Een kruidenkoek in de vorm van een hart was een welkom geschenk. In het midden van de hartvorm stonden een man en een vrouw afgebeeld binnenin een krans van bladeren. Zij hielden op hun beurt een vurig hart vast met de letters ‘M I' erop; hun pols was aan dit hart vastgeketend. Onderaan, op de punt van het gebak, stond nog een ander hartje met het cijfer 3 erin. Dit sprak men uit als "drei" maar in het dialect klonk dit als "Treu", wat huwelijkstrouw betekent.
Op het Hongaarse platteland, zoals trouwens ook wel in andere Europese landen, hadden de ouders vroeger de gewoonte hun kinderen erg jong uit te huwelijken. Als een jongetje 4 of 5 jaar oud was, begon men al te zoeken naar een toekomstige bruid.
In deze zogenaamde ‘karnava tijd' zonden de ouders in naam van hun zoontje aan één of verscheidene meisjes van dezelfde leeftijd een ‘tebe', een houten beeldje in de vorm van een boom vol vergulde noten, versierd met een snoer van koekjes en bovenop een appel.
Ook in het zuiden van Hongarije bestond een dergelijke gewoonte maar de geschenkjes waren anders. Ter gelegenheid van een belangrijke markt of bij een plaatselijk feest ontvingen de meisjes van diverse jongetjes een peperkoek of suikergoed, al
naargelang de financiële mogelijkheden van de ouders. Elk jaar werd er zo een ander geschenk aangeboden.
Frankrijk
In Bretagne werd het huwelijksmaal beëindigd met de huwelijkstaart. Deze werd plechtig door vier man binnen gebracht op een dienblad, waarna de dragers begonnen te dansen en de taart werd aangesneden. Iedereen, koks en afwassers inbegrepen, moest er een stukje van eten. Ook zieken en afwezigen werden niet vergeten: hun portie werd zorgvuldig opzij gehouden. Deze huwelijkstaart was in feite een Savoie- gebak of een enorme brioche.
In de streek van Retz kende men een eigenaardige taartendans. Zestien jongens en meisjes dansten tegenover elkaar en elk hield daarbij een grote ronde koek vast. Het ging erom de koek van zijn overbuur te breken en het spel was pas ten einde als er slechts één koek - en dus één danser - overbleef.
Als de winnaar een jongen was, mocht hij als beloning het meisje van zijn keuze omhelzen. Als een meisje had gewonnen dan koos zij een jongen uit.
Twee verliefden wisselden vroeger een peperkoek uit in de vorm van een hart om hun gevoelens te uiten. Het gebak was versierd met bloemen, maar er kwam ook een klein jongetje op voor dat een katje in zijn armen droeg.
Het gebeurde ook dat de huwelijkstafel gesierd werd met anijsbrood. In de 18e eeuw bestonden hiervoor speciale vormen. Dergelijk gebak werd opgesmukt met kleine hartjes en de e tekst: Hou van mij, zoals ik van jou houd.
Men kende ook wel vormen met andere sierelementen: een koppeltje geliefden, 2 vogels of 2 harten. Er is ook een vorm in aardewerk bewaard, versierd met een kreeft, symbool van vruchtbaarheid en voorspoed.
Een ander gebak werd versierd met de afbeelding van een pas getrouwd paartje. De taart bestond uit verscheidene verdiepingen en een paartje van celluloid. Dergelijk gebak was enkel voor rijkelui bedoeld en ze werd dan ook uitsluitend in grote steden gemaakt. Er werd heel wat suiker - symbool van de vreugde - in deze taarten verwerkt.
Spanje
Ook in Spanje werd het jonge paar met graantjes of nootjes bestrooid. Het gebak voor het feest werd bereid door de beide families en ook wel door vrienden.
In de Spaanse provincie Galicië wordt een huwelijksgebak gemaakt, dat de vorm heeft van een ineengestrengeld paar, waarvoor de familie van het bruidspaar het meel levert.
Tsjecho-Slowakije
Bepaalde liefdespanden en huwelijksgeschenken bezaten in het voormalige Tsjecho-Slowakije een ongewone, magische betekenis. Een voorbeeld hiervan was de manier waarop het deeg voor de huwelijkstaart uitgerold werd. In Bohemen was dit een karweitje voor de vrienden van het jonge paar. Zij gebruikten hiervoor een speciale vorm uit de tweede helft van de 18e eeuw; een bakvorm in hartvorm, gemaakt van geëmailleerd aardewerk.
Op de bodem stond in een cirkel een ster met zes punten, symbool van veilig en beschermd geluk. De randen droegen zo'n 40 inkepingen.