Bronnen
Folkloristen en pemmatologen |
J.H. Nannings
Auteur van een veelvuldig gebruikt standaardwerk ‘Brood en Gebakvormen en hunnen Betekenis in de Folklore' uit 1932.
Dit boek werd geschreven na contact tussen D.J. van der Ven en Nannings rond 1930.
Nannings was de oudste in een gezin van 12 kinderen. Hij werd geboren op 24 februari 1895 in Nijmegen en trouwde in 1920. Uit dit huwelijk werden 2 zonen geboren.
Nannings volgde een gymnasium- en een priesteropleiding in Nijmegen en was tot zijn pensionering werkzaam als gemeentelijk ambtenaar op de afdeling bevolking in Nijmegen. Vanaf 1927 was hij tevens werkzaam als freelance journalist bij oa. de Haagse Post, Zeelandia, De Sleutels (fabriek in Leiden), De Brug (plaatselijke krant in Nijmegen), Maandblad vd Kon.Ver. voor meester Banketbakkers van België, Bakkerscourant, Katholieke Radiogids (samen met Mia Smelt van 'Moeders wil is wet').
Schreef tevens onder pseudoniem' Johan van Walenburg'
P.G. Rotte
Pieter Gijs Rotte schreef talloze artikelen voor bakkersvakbladen over met name de folkloristische en cultuur- historische aspecten van brood en banket. Geen verdere gegevens bekend.
Dirk Jan van der Ven
1 april 1891 – 10 mei 1973
Afkomstig uit een predikantengeslacht. Meer dan 60 jaar heeft hij zich als folklorist gewijd aan de verspreiding van zijn kennis in de vorm van ruim 50 boeken, duizenden tijdschriftartikelen en tal van lezingen.
Op 14 – jarige leeftijd hield hij op de HBS een dagboek bij getiteld ‘Opmerkingen in de levende natuur’ waarin hij zijn waarnemingen noteerde over planten, bomen, vogels en al het andere dat hem boeide tijdens zijn wandelingen.
Deze aantekeningen leidden onder andere tot een aantal natuurboeken in de Meulenhoff – serie waaronder de delen ‘Gelderland’, ‘Paddestoelen’ en ‘Plantlore’.
Zijn boek ‘Ken ons land en heb het lief’ droeg bij aan het begin van de milieu- en natuurbescherming. Met felle artikelen in de pers maakte hij zich sterk voor behoud van het met kaalslag bedreigde landgoed Hagenau bij Dieren. Mede door hem werd het landgoed gekocht door de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Ook stond hij op de bres voor het behoud van Gaasterland.
Van de natuur ging zijn belangstelling over naar de bewoners van het platteland en naar volkskunde dankzij contacten en vriendschappen met onder andere H.W. Heuvel, de Achterhoekse pionier op het gebied van volkskunde. Ook maakte hij kennis met Overijsselse folkloristen als J.J. Deinse, G. ter Kuile en Bernink.
Van der Ven is 21 jaar bestuurslid geweest van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Door de mechanisatie van de landbouw en de daarmee gepaard gaande bedreiging van de Hollandse volksgebruiken kwam hij op het idee om een feestweek te organiseren waarin plattelanders hun karakteristieke gebruiken zouden tonen. In het boek ‘Neerlands volksleven’ uit 1920 wordt hiervan uitvoerig verslag gedaan. Daarna volgende films met titels als ‘Lentefilm’ (1921), ‘Zomerfilm’(1923), ‘Oogstfilm’(1926) en ‘Zuiderzeefilm’ (1928).
Hij schreef tal van grotere en kleinere geïllustreerde boekwerken waaronder de Libellenserie waarin hij vertelde over onder andere het feestbrood in de midwintertijd en de Nederlandse luilaktradities (met Pinksteren).
Tot de grotere werken behoren ‘Van vrijen en trouwen op het boerenland’ en ‘Friese volksgebruiken weerspiegeld in Europese folklore’. In deze boeken vergelijkt hij zijn studiemateriaal in toenemende mate met die uit andere Europese landen.
Voorts verrichtte hij redactioneel werk voor een aantal maandbladen waaronder ‘Kunst in Arnhem’, ‘Schoon- Nederland’, ‘Ons eigen Tijdschrift’ en ‘Hoe wonen wij?’.
Hij schreef tot slot een reeks artikelen over brood- en banketsoorten in bakkersvakbladen als de Bakkersbondscourant, het Bakkersvakblad en Consudel, deels onder het pseudoniem Dulcinearius.
Voor meer informatie:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Dirk_Jan_van_der_Ven
www.eyefilm.nl/collectie/filmgeschiedenis/persoon/dj-van-der-ven
Martin Mooren
De chef- banketbakker uit het Limburgse Susteren kwam op 49- jarige leeftijd op non-actief te staan wegens rugklachten. Hield zich vanaf toen bezig met de historie en folklore rond brood en banket in de breedste zin van het woord. Correspondeerde met tal van bakkerij- instanties over de hele wereld maar ook met Golda Meir, het Witte Huis, de NASA, prins Claus etc. om informatie te verzamelen.
Antoon Spil
(Obdam 1907 - Deventer 1997)
Zoon van een bakker en landelijk bekend als ‘Anton Spel' uit het boek ‘Meneer Beerta' uit de serie ‘Het Bureau' van J.J. Voskuil.
Volgde in de jaren '20 van de vorige eeuw een opleiding aan het Station voor Maalderij en Bakkerij in Wageningen.
Werd vervolgens - na omzwervingen langs tal van bakkerijen - in 1930 hoofd van de proefbakkerij en het laboratorium van meelfabriek Noury en Van de Lande in Deventer.
Verrichtte daar baanbrekend werd naar bakeigenschappen van brood en raakte volop betrokken bij de promotie van dit product.
Schreef tal van artikelen in diverse bakkersvakbladen, zoals Bakkerswereld (meer dan 1600 artikelen!) en Consudel.
Spil behoorde tevens tot de eerste lichting van bakkerijleraren, gaf les in Oldenzaal, Hengelo en Deventer en schreef tal van vakboeken.
Was in 1939 mede - oprichter van het Genootschap voor de Bakkerij.
Richtte na sluiting van Noury en Van de Lande in 1996 het Baktechnisch bureau A. C. Spil op.
Bouwde een eigen archief op over de geschiedenis van brood, roggebrood en beschuit op. Dit archief bevindt zich nu in het Nederlands Bakkerijmuseum.
Zijn verzameling bakkerijgereedschappen bevindt zich in het museum Om den Brode bij Zeelandia in Zierikzee.
Theodoor Dorren
Banketbakker - folklorist, 30 augustus 1857 - 8 januari 1937). Gold als de beste vlaaienbakker van Limburg en was tevens president van de VVV ‘Het Geuldal'. Hield zich als autodidact bezig met archeologie, geschied- en volkskunde en dialectstudie.
Dr. Catharina van der Graft
Cornelia Catharina van de Graft (Tholen 1874-1969), volkskundige. Studeerde Nederlandse letteren en werd daarna lerares in Utrecht van 1900 tot 1923. Schreef in 1904 haar proefschrift over Middelnederlandse Historieliederen. Werd onder andere bekend door haar studie uit 1910 over Palmpasen en richtte hierover een tentoonstelling in in Utrecht.
Zij hield zich als eerste in ons land bezig met het onderzoek naar de betekenis van brood binnen de volkskunde.
Max Währen
Zwitserse geleerde Prof. Dr. Max Währen. Hij was de leider van het Cultuurhistorisch onderzoek in het Zwitserse archief voor brood- en gebakwetenschap, het ‘Institut für die wissenschaftliche kulturhistorische Bearbeitung und Förderung der Brot- und Gebackskunde' in Bern. Schreef grondige onderzoeken naar de geschiedenis en folklore van brood in de jaren 1960 - 2000.
Dr. Max Höfler
Afkomstig uit Beieren. Verrichte onderzoek naar Germaanse broodfolklore. Geen nadere gegevens bekend.
1 maart 2019 | 16:30
1 januari 2020 | 03:39