Huwelijk
Bijgeloof
Soms werd in een bruidstaart een ring, een schaar of een vingerhoed meegebakken. Voor de bruid waren dit symbolen van haar nieuwe huwelijkse staat. Als een ongehuwde vrouw een stuk taart ontving met daarin de ring, geloofde men dat zij zelf spoedig in het huwelijksbootje zou stappen.
Wie tijdens haar huwelijk over haar man wilde heersen deed er goed aan om op de dag van haar huwelijk in het bakhuis haar bruidsjapon aan te trekken.
Brood in het bruidskostuum bracht zegen en geluk. Met hetzelfde doel legde men brood en zout in de schoenen van de bruid.
In sommige landen was het de gewoonte om een stuk brood in de bruidsjapon te naaien; dat voorkwam broodgebrek en heimwee tijdens haar huwelijk.
Het uitdelen van brood aan de armen was een probaat middel om gebrek aan voedsel tijdens het huwelijk tegen te gaan.
Was de bruid al voor haar huwelijk zwanger dan moesten de paarden, die voor de trouwkoets gespannen werden, een stuk brood uit haar schoot eten anders wilden ze niet lopen.
Er zijn streken waar de bruid een stukje brood van het bruiloftsmaal bewaarde in de overtuiging, dat dit haar huis en haar toekomstig huwelijksleven voor rampen zou bewaren. Bij sommige volken bestond de gewoonte waarbij de bruid, na afloop van het bruiloftsmaal, een koek wierp over het huis van de bruidegom. Hoe hoger die koek de lucht in ging, hoe gelukkiger het huwelijk zou zijn.