Het oude Rome
Inleiding |
Inleiding
In het oude Rome at men aanvankelijk vooral brood en banket gemaakt van spelt. Pas in de 5e eeuw n. Chr. kwam men in aanraking met tarwe en dat maakte al snel deel uit van het dagelijks voedsel.
De grove, Romeinse boerenborden waren voorzien van inkervingen aan de bovenkant zodat ze gemakkelijk in meerdere stukken konden worden gebroken. Ook werden er al broden gebakken in bakvormen.
Vóór de opkomst van diverse bakkersgilden bakte iedere Romeinse burger zijn eigen brood. De rijkere ingezetenen lieten uiteraard hun slaven dit werk doen. Het gehele proces van koren tot brood, het fijnstampen, malen, zeven en bakken, vond in de keuken van het woonhuis plaats rondom primitieve ovens. Dat bleef zo tot rond de 1e eeuw na Chr.
Met de komst van de professionele bakkers en de bakkersgilden ontstond er een groot assortiment aan brood- en bakproducten. Ook toen werd de klant al snel koning. De klant kon bijvoorbeeld kiezen uit wit en bruin brood, uit volks-, boeren- of soldatenbrood. Men hield zelfs rekening met mensen met zwakke magen voor wie brood van spelt, gerst, eikels en lotusvruchten werd gebakken.
De dichter Horatius vertelde dat op school aan kinderen zoet gebak of koek werd uitgedeeld, vaak in de vorm van letters, zodat ze beter zouden kunnen leren. Ook honingkoeken waren bekende en geliefde lekkernijen.
In een brief van de wijsgeer Seneca, die tevens gouverneur was van de wrede keizer Nero, beklaagde hij zich over het lawaai en rumoer van de straatverkopers van worst en gebak.
Deze straatventers verkochten onder andere een soort bonbons, ‘pastillus’ genoemd. Deze pil van meel werd geparfumeerd en was bedoeld om slechte adem tegen te gaan.
Wij stellen er tegenwoordig prijs op, dat er boter in ons gebak komt. Maar boter was in de oudheid bij de oude Grieken en Romeinen alleen bekend als een in- of uitwendig geneesmiddel. Het antieke gebak zal onze verwende tong en verhemelte dus wel niet in alle gevallen gesmaakt hebben.
In plaats van suiker gebruikte men honing, die van prima kwaliteit was en uit Attica en Sicilië kwam. Verder kende men een gebak van tarwe dat als eetbare onderlaag dienst deed voor een korfje met appels of andere vruchten. Wellicht de bakkermat voor onze Brabantse en Limburgse vlaaien?
1 april 2017 | 07:59
5 mei 2017 | 15:27