Communie
Vlaanderen
De eerste en plechtige communie was en is een hoogtepunt in het leven van een kind. Vroeger vond de eerste communie plaats als een kind omstreeks twaalf jaar werd. Paus Pius X verschoof in 1910 het gebeuren naar de leeftijd van circa zeven jaar. Ter voorbereiding van de Eerste Communie werd aan de kinderen les gegeven in de vorm van het Catechismus. Aan dit onderricht was vroeger in tal van plaatsen een wedstrijd verbonden. Hier en daar kregen de kinderen, na het afroepen van hun naam, een groot koekebrood. De kinderen die het meest hun best hadden gedaan tijdens de lessen nodigden andere communicantjes uit op een feestje, waarbij vaak krenten- en koekebrood met koffie of chocolademelk werden aangeboden.
Gegoede Vlamingen aten op deze speciale dag krentenbrood of wafels. Voor de boeren stonden er rijstepap of pannenkoeken op tafel. Voor werklieden was er wittebrood met koffie of beziekoeken. In de volksbuurten van Antwerpen schonk de buurtbakker aan de kinderen van zijn klanten een melkbrood zonder een bepaalde naam, maar wel van speciale kwaliteit. Op het platteland, in de Antwerpse Kempen, bestond de bakkersgift uit een groot rozijnenbrood.
Wallonië
Tijdens de Passiezondag werd in het Belgische Norduwiz de Plechtige Communie gehouden. Een jongen en een meisje droegen daarbij een suikerbrood de kerk binnen dat was versierd met wimpels en papier. Het brood werd daarna plechtig op de Communiebank gelegd en was uiteindelijk bestemd voor de pastoor. Deze traditie zou hier – en elders - hebben plaatsgevonden tot 1927. Het versierde, piramidevormige brood (waarschijnlijk een suikerkegel) werd eerst op het altaar gezet zodat alle gemeenteleden hem konden bewonderen. Na de dienst werd het versierde brood vervolgens door de jongens- en meisjescommunicanten in een stoet naar de pastorie gedragen, waar meneer pastoor dat geschenk ieder jaar met gespeelde verrassing in ontvangst nam en op koffie met taart trakteerde. Aan de eerste communicantjes werd een glas wijn geschonken.
Duitsland
In Duitsland kende het volk een gezegde: Zij hebben de kinderschoenen uitgetrokken en aan de kerk- of schooldeur laten staan. Dit sloeg op de ontwikkeling van het kind dat voor het eerst naar school ging of voor het eerst ter communie ging. Voor deze kinderen waren er huisjes van peperkoek, gevuld met allerhande lekkers, en suikertoeten. Ze kregen dit van hun ouders, peetouders, vrienden en bekenden etc. Hoe deze suikertoet er uit zag, is niet bekend.