Pinksteren
Colombier
In Nederland kennen we geen speciaal gelegenheidsgebak dat enkel en alleen voor de Pinksterdagen wordt gebakken. Eventuele stollen, luxe krentenbroden etc. zijn natuurlijk altijd heerlijk maar zien we ook met Kerst, Pasen etc.
Suikerspek
Vroeger werden de Pinksterdagen in ons land altijd met veel plezier en jolijt gevierd als hoogtepunt van de lente.
Men at, snoepte en dronk veel. Zo werden meisjes in de 17e eeuw getrakteerd op ‘fraai gecouleurd suykerspek' maar daarvan smulde men ook op andere feesten. Het was een soort marsepein, dat het hele jaar door gemaakt werd.
Andere lekkernijen die volgens 17e eeuwse bronnen tijdens de feestdagen (dus ook met Pinksteren) werden gegeten waren: ‘suyker-erretten, kabeljous-oogen, peperhuysjes, crakelinghen, kantelinghen, rostelienen, Gorcums gebak, Schoonhovense- of Benistekoek.'
In de 17e eeuw werden de wezen in Leiden op Tweede Pinksterdag verrast met een koekje en een stuiver; of dit een bijzonder soort koekje was is niet bekend.
Franse Colombier
In Frankrijk werd door de bakkersvereniging rond 1900 een oproep gedaan aan de leden om een speciaal Pinkstergebak te ontwikkelen. Bakker Farine ontwikkelde daarop het winnende product: de colombier. De taart bleek een succes en werd naderhand ook in België verkocht.
De colombier was een eenvoudig gebak, rond, wit geglaceerd en hier en daar belegd met roze pralines. Ook was de taart versierd met een duifje. Er werd gezegd dat het meisje dat de duif kreeg zou trouwen voordat het jaar voorbij was.
Om de taart had men een papieren band gebonden met de woorden ‘Syndicat Général de la Patisserie Française'.