Bekende banketproducten en hun historie
Linzertorte
De Linzer Torte (of Linzertorte) stamt uit het Oostenrijkse plaatsje Linz en staat bekend als de oudst bekende taart ter wereld. Het is voor velen nog steeds een vakantieklassieker, niet alleen in Oostenrijk maar ook in Duitsland, Hongarije, Zwitserland en Oostenrijk. In Noord- Amerikaanse bakkerijen wordt de Linzer Torte verkocht in de vorm van kleine taartjes of koekjes.
Oudste recept uit 1653
Het oudste tot nu toe gevonden recept stamt uit 1653 en is opgetekend in een document in de abdij van Admont. In dit 350 jaar oude boek komen maar liefst 4 verschillende recepten voor van deze ongekend populaire taart. Het deeg werd toen nog bereid met geklaarde boter en gebakken in (soms zilveren) kommen.
Van oorsprong werd de taart in Oostenrijk vooral rond Kerst gegeten. Er waren zowel witte als bruine varianten.
De moderne Linzer
De moderne Linzertaart is gemaakt van kruimeldeeg met onder andere ongezouten boter, eigeel , citroenschil , kaneel en citroensap en gemalen noten (meestal hazelnoten maar ook walnoten of amandelen). Het deeg wordt bestreken met een vulling van rode bessenjam of jam van pruimen, frambozen of abrikozen waarna het geheel wordt afgedekt door een rooster van deegreepjes.
Meerdere variaties
Conrad Hagger was chef-kok in een paleis en uitgever in 1719 van het Neues Salzburgisches Koch Buch dat vele jaren werd bestempeld als de bijbel van de banketbakkers. Hierin geeft de auteur meerdere variaties op het deeg voor het bereiden van de Linzertorte. Uit afbeeldingen blijkt dat het toen reeds aardig lukte om van deze zanddeegtaart fameuze pronkstukken te vervaardigen.
Had men vroeger een voorkeur voor de witte Linzer, tegenwoordig vormen de bruine Linzer het grootste deel van de productie. Van de andere variaties heeft zich geen enkele kunnen handhaven.
Ontdekkers
Verschillende bakkers claimen de ontdekker van deze taart te zijn.
Ene Alfred Polgar noemt de Weense bakker Linzer als de vader van de Linzertorte. Die eer werd echter ook geclaimd door de Frankische patissier Johann Konrad Vogel (1796-1883), die rond 1823 in Linz begon met de massaproductie van een taart die de hele wereld over zou gaan.
Het zou echter de Oostenrijkse reiziger Franz Hölzlhuber zijn die, naar verluidt, rond 1850 de Linzer Torte naar het Amerikaanse Milwaukee bracht, vanwaar het recept verspreid werd over de Verenigde Staten.
Daar werd door een niet nadere bekende banketbakker de Linzer torte veranderd in Linzer sables ( Duits : Linzer Augen oftewel ‘Linzer ogen’). Dit zijn koekjes met een gat (denk aan donuts) die worden besmeerd met jam, afgedekt met deeg en bestrooid met poedersuiker.