Kermis en jaarmarkten
Wafels
Wafels kennen we vooral als lekkernij rond Oud en Nieuw èn van de wafelkramen op kermissen en jaarmarkten. Ze werden en worden al dan niet ‘belegd' met slagroom en vruchten.
In vroeger eeuwen werden wafels gebakken door een wafelijzer te vullen met een dun laagje beslag. De tang werd vervolgens boven een open vuur gehouden om het beslag gaar te laten worden. Bij deze bezigheid is de uitdrukking ‘Hou je waffel!' ontstaan: eigenlijk: hou je waffel in de gaten. Hoewel er al in de 13de eeuw sprake was van een gilde van wafelbakkers, was het bakken van wafels door de eeuwen toch vooral een vrouwelijke aangelegenheid. Het wafelijzer ontbrak daarom in geen enkele uitzet.
De wafelkramen op de kermis waren vaak luxueuze, soms zelfs chique etablissementen waar sfeerverlichting en tal van schitterende kleuren de bezoekers lokten om een wafel te genieten. Maar men kan de wafels echter ook thuis laten bezorgen.
In 1875 stonden op de Amsterdamse kermis maar liefst 16 wafelkramen die iedere dag per kraam 3000 wafels verkochten. De wafels werden bestrooid met kaneel en suiker en een klontje boter.
Vriesinnetjes
Wafels en Vriesinnetjes hadden op het eerste gezicht niet zoveel met elkaar te maken, maar op de kermis des te meer. Vrijwel iedere wafelkraam op de kermis had wel een Vriesinnetje (wafelverkoopster) in dienst die haar wafels en punch aanprees.
Kirchner, een beschrijver van de Amsterdamse kermis in 1841 vermeld hierover:
‘Van wafelen gesproken. Ik heb mij wel eens laten wijsmaken, dat de wafelbakkers op de kermis het meeste geld ontvangen voor de in hun kraam gebruikte ... ponsch (punch)!! En het is ook wel mogelijk. Als men jong is en over de kermis wandelde, door een lief en aardig (?) Vriesinnetje in haar kraam genood wordt, wie kan dan zoo droog zijn om zijne wafelen droog op te eten? Neen, dan hoort er een glaasje ponsch bij; te meer daar het "lieve" Vriesinnetje niet afkerig is om eens met u te klinken en te drinken, en in de vrolijkheid en door het vertwee- of verdrievoudigen van zichzelve, of door iets anders, u in de noodzakelijkheid brengt, het eene glas voor en het andere na te laten aanrukken.'
Animeermeisjes
Dat de Vriesinnetjes meer waren dan alleen wafelverkoopsters blijkt wel uit het voorgaande fragment. Wellicht mogen we ze zien als voorloopsters van de animeermeisjes. Overigens deden de wafelmeisjes (en ook de poffertjesmeisjes) ook aan klantenwerving door passanten aan te spreken. Ook door hen brutaalweg aan de jas te trekken, iets wat lang niet iedereen kon waarderen, daar de dames nogal vette vingers hadden. Maar hoe dan ook volgens Kirchner:
‘Van alles wat een kermis oplevert, blijft het beeld van 't wafelmeisje de meesten het langst voor den geest: zindelijk. Met hare friesche kap, haare zilveren oorijzer, glanzend jakje, helderen boezelaar, welgevormde leden, bevalligen zwier, blank en doorschijnend vel, in één woord het lieve wafelmeisje, dat de tafeltjes dekt en de bezoekers glaasjes punch toedient, het lekker gebak voor ons plaatst en niet eens de hand terugtrekt, wanneer men het waagt die aan te vatten.'