Eerste schooldag
Stoetbomen en andere lekkernijen |
Stoetbomen
De eerste schooldag was voor veel kinderen in Nederland en diverse Duitstalige landen een bijzondere dag. Zij begonnen aan een nieuw avontuur in hun nog jonge leven en dat werd extra benadrukt door aan deze nieuwe leerlingen zoete lekkernijen of geschenken in broodvorm te geven. In diverse dorpen op het Groningse platteland wordt deze traditie in stand gehouden in de vorm van stoetbomen.
Volgens de overlevering groeiden deze stoetbomen op de zolder (soms ook in de kelder) van de school. Jongens uit de hoogste klassen zorgden er tijdens de eerste schooldag voor dat deze bomen met veel lawaai en gestommel werden ‘omgehakt’. De kleintjes zaten ondertussen in hun lokaal met spanning te wachten. Als zij braaf waren geweest kregen zij een stoetboom waarna de hele school in optocht door het dorp trok.
Een stoetboom bestaat van oudsher uit een tak waaraan broodjes worden gebakken, elk met een gewicht van ongeveer 50 gram. Na het bakken worden deze takken tegenwoordig versierd of opgetuigd met snoep. Begin 20e eeuw waren het alleen maar takken met brood. Die kleine witte broodjes waren toen al een traktatie op zich want normaliter werd er alleen witbrood gegeten op zon- en feestdagen. Dat er veel waarde aan deze traditie werd gehecht bleek wel tijdens de oorlogsjaren. Broodbonnen of geen broodbonnen; ouders en leerkrachten was er alles aan gelegen om het gebruik met de stoetbomen toch doorgang te laten vinden.
ABC-koeken
Volgens sommige hypotheses bestaat er een verband met het stoetboompje en de aloude kennis brengende ABC – koeken. In voorgaande eeuwen kende men in Europa een type gebak in de vorm van A. B. C.-koeken, waaraan magische krachten werden toegekend. Door deze koeken te eten zou men kennis verwerven en slim worden. In dit verband is een verhaal uit de 15e eeuw bekend over Columbanus die de opdracht kreeg in Ierland en Schotland te prediken maar beide talen niet sprak of verstond. Hij liet koeken bakken volgens het alfabet uit beide landen, at deze koeken op en kon daarna op miraculeuze wijze beide talen spreken. Uit Duitsland zijn verhalen bekend van moeders van kinderen die voor het eerst naar school gingen, die een drankje maakten uit eieren en fijngehakte letters van de alfabetkoek zodat het kind maar goed zou leren.
In het begin van de 20e eeuw bakten moeder in het Duitse Baden omstreeks Pasen aan het begin van het nieuwe schooljaar de letters van het koekalfabet fijn en mengden dit met een ei dat was gelegd in de nacht vóór Goeden Vrijdag. Dit mengsel met de kracht van zowel de letters als het ei, werd aan kinderen te drinken gegeven om de werking van de hersenen te stimuleren. Ene mr.Crane dichtte in Eland in 1835: ‘The bakers to increase their trade Made alphabets of gingerbread. That folks might swallow what they read. All the letters were digested, Hateful ignorance detested.’
Groningen
Op het Groninger Hogeland worden in dorpen als ’t Zand, Zeerijp. Spijk, Holwierde, Rodeschool, Godlinze, Leermens, Enum, Oosterwijtwerd jaarlijks nog stoetbomen gebakken. Het hoe en wat verschilt soms per dorp en per school.
In het dorp Holwierde worden de stoetbomen bijvoorbeeld op een andere manier gemaakt dan in Spijk. In Spijk worden de bolletjes aan de takken vastgebakken terwijl in Holwierde kadetjes of ronde broodjes door de bakker aan de takken worden gestoken. Dit bracht waarschijnlijk teveel werk met zich mee want op een gegeven moment bakten de bakkers de bolletjes die door de ouders zelf aan de stoetboom werden vastgemaakt. Spijk is overigens het dorp dat verondersteld wordt de oudste stoetboomtraditie te bezitten. Van hieruit breidde het zich uit naar de verschillende plaatsen in de omgeving. De stoetboom van de lagere school in Roodeschool droeg – volgens een oude legende – al vrucht omstreeks 1 april. In zijn wijde takken ontbotten broodjes en andere lekkernijen als krentenbollen en dikbuikige broodmannetjes. Ook was er een zakje met lekkers (een ‘puutje’ met ‘slik’) aan een tak vastgebonden evenals een sappige sinasappel. Een klingelende bel kondigde het einde van de eerste schooldag aan en het sein voor de uitreiking. De kinderen holden daarna met de buit naar huis langs wegen die met rood, wit, blauw waren versierd.
Waarom deze traditie overigens alleen in de provincie Groningen heeft standgehouden is niet bekend. Het stoetboompje wordt hier wel beschouwd als een variant op de Palmpasenstokken en Meitakken uit de meer zuidelijk gelegen provincies. Ook veronderstelt men dat de stoetboom in verband staat met de ‘slag met de boensroede’ (roede van zwarte Piet). Op de eerste schooldag werd de schooljeugd zogezegd met een stok de school ‘ingeslagen’, terwijl ze de laatste dag voor de vakantie de school werd ‘uitgeslagen’. Uitleg: voor vakantie werd vroeger wel het woord ‘uitslag’ gebruikt.
Andere lekkernijen op de eerste schooldag
Kwamen de kinderen van de kleuterschool voor het eerst op de lagere school dan werden er niet alleen stoetboompjes uitgedeeld. Afhankelijk van de streek wordt ook gesproken van het schenken van koekjes, zuurtjes of balletjes, het zogenaamde ‘schoolgeven’. Ook pepernoten en een ‘speculaaspopke’ hoorden bij dit festijn evenals - in Friesland - de doemkes.
Een krakeling bij het schoolbegin
In Duitsland bestaat er zoiets als een ‘Bretzel van het schoolbegin’, een broodje in de vorm van een krakeling dat op de eerste schooldag aan nieuwe leerlingen wordt uitgedeeld. Zijn ronde vorm doet aan een wiel denken maar de uitvinders van dit gebak - de bakkers van het Huis Gilgin in Herstein - wilden eigenlijk een roos of de zon uitbeelden. Hun Bretzel is een cirkel met binnenin een kruis waarop een opgerolde slang is bevestigd. Volgens Nannings fungeerde Paus Gregorius de Grote - door zijn belangstelling voor het onderwijs - van oudsher als de patroonheilige van de Duitse scholieren. Zijn feestdag op 12 maart werd daarom alom gevierd door de schoolgaande jeugd. Als dit feest in de grote Vastentijd viel, bestond de traktatie meestal uit Gregoriuskrakelingen.
1 september 2011 | 19:46
1 september 2011 | 19:52