Sinterklaas (5 december)
Afrodisiacum
Kruidnootjes waren van oorsprong een sterk gepeperd gebak. Volgens een 15e eeuws statuut moest er op een vat honing maar liefst vier pond peper toegevoegd worden voor de bereiding. Dat zelfde gold overigens voor de grote broer van de pepernoot, de peperkoek. Het verlangen om een zo scherp smakend koekje te maken is een ietwat delicaat onderwerp. Het brengt ons op het gebied van de erotiek waar peper naast honing opgeld deed als een sterk afrodisiacum. Zo krachtig werkte de peper dat een gezegde in heel Europa terug te horen was: “De peper helpt de man te paard, de vrouw onder de aard.” Pepernoten en peperkoek waren daarom ook zeer geschikte presentjes voor geliefden, als kermisgebak en bruiloftskoek. Echter ook de monniken aten de pepernoten, bij voorkeur bij het ontbijt en iedere maaltijd rondom de Sinterklaasviering. Dat ging gepaard met kannen wijn en bier. Als rechtvaardiging werd gezegd dat het ‘echte hart- en maagversterkingen waren en aangenaam bij het drinken’. Voor de mannelijke leden van het gezin was het eten van pepernoten en het drinken van bier het hoogtepunt van de Sinterklaasvond.
Hijlickmaker
Peperkoek en Sint Nicolaas waren mede daarom ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. Naast schutspatroon van onder andere zeelieden en tal van kerken was Sint Nicolaas ook de schutspatroon van ongehuwde vrouwen en meisjes. Dit is gebaseerd op een legende waarin Sint Nicolaas drie meisjes van de prostitutie vrijwaart door hen een bruidschat mee te geven. Van zijn rol als huwelijksmakelaar (of in goede 17e eeuws taalgebruik ‘hijlickmaeker’ ) werd veelvuldig gebruik gemaakt. In peperkoek en in speculaas werden tal van amoureuze geliefden afgebeeld in de vorm van vrijers en vrijsters. Ook de koeken en koekjes werden daarom allengs ‘hijlickmaekers’ genoemd. Al in de 15e en 16e eeuw werden hylickmakers gebakken. De hylickmakers werden in het begin vooral in de maand december als 'minnebrief' gebruikt. Allengs werden ze ook het hele jaar door op de kermis verkocht. Nam het meisje de koek aan van haar potentiële vrijer dan was er al veel gewonnen. Meestal werd de verliefde jongeling enkele dagen later na kerktijd op de koffie uitgenodigd. Kreeg de jongen dan het hoofd van de koekvrijer, dan zat hij "gebakken". Brak het meisje echter de benen van de koek af, dan kon de jongen "de benen nemen".
Sinterklaastafels
Soms braken er ongeregeldheden uit na het aankopen van deze ‘liefdeskoekjes’. Dat lag niet zozeer aan het gebak als wel aan de Amsterdamse gewoonte om hierbij brandewijn met suiker te drinken. Mede daardoor bepaalde het Amsterdamse vroedschap op 4 december 1663 dat de jaarlijkse Sinterklaasmarkten voortaan aan strenge regels gebonden zouden zijn. Het feest moest vóór het luiden van de poortklok afgelopen zijn. Het feestvierende volk trok er zich echter niets van aan; de markt in 1665 duurde zeker tot middernacht met een toeloop van duizenden bezoekers.
De Sinterklaastafels die te zien waren op deze Sint Nicolaasmarkten verhuisden vanaf 1779 meer en meer naar de bakkerswinkels. In 1836 vond de laatste Sinterklaasmarkt plaats op de Dam in Amsterdam. De Sint Nicolaastafels waren hier en daar tot het midden van de vorige eeuw te bewonderen bij de ambachtelijke bakkerswinkels. Van zijn grootste ‘prenten’ of koekplanken maakte de bakker de meest prachtige peperkoek - speculaasvormen, vaak versierd met glazuur, nootjes en bladgoud. In de dagen voor Sinterklaas zorgde hij ook dat de bakkerij warmte en gezelligheid uitstraalde. In de avonduren kon zijn clientèle genieten van een kop warme chocolade met een speculaasje en werden er diverse Oudhollandse spelletjes gedaan.
19 augustus 2014 | 10:19
15 juli 2017 | 11:02
18 juli 2017 | 18:25
28 november 2017 | 21:44