Huwelijk
Brij als offer
In de oudheid bestond een huwelijksmaal steevast uit verschillende soorten brij. Volgens de auteur Nannings was brij bij de Germanen bij uitstek bedoeld als ‘zielenspijs'. De brij werd geofferd aan de goden door deze in de lucht te slingeren. Door het stukgooien van borden en schalen en het maken van lawaai werden goden attent gemaakt op deze gave.
Dit alles moest voorspoed en geluk brengen aan het jonge paar. De brij was gemaakt van speciale offerbroden. Deze werden in stukjes gebroken en in de melk gebrokkeld. Brijschotels zijn in diverse vormen door de eeuwen heen bewaard gebleven. In Friesland, Drenthe en Overijssel kent men nog varianten als ‘suppenbrij', ‘stoetenbrij' en ‘weggenbrij'.
Het oude Griekenland
In het oude Griekenland verdeelde het huwelijkspaar onder zijn gasten een speciale bruidstaart die gebakken werd van oliezaad en honing. Het oliezaad symboliseerde de huwelijkstrouw. In ruil daarvoor ontving het gehuwde paar van de gasten een zoet baksel, Euthrypta, ook bereid met honing (suiker was in die tijd nog niet bekend).
Bovendien werden honingkoeken, Melipekta, aangeboden, waarbij een bediende de woorden sprak: "Ik heb het kwade ontlopen en het goede gevonden."
Het oude India
In het oude India werd de bruidstaart 's nachts aangeboden door de vader van de bruid. Dit gebak had de vorm van een vogel, een man of vrouw of van een olifant. Verschillende dieren, waar onder ook de witte olifant, werden en worden als heilig beschouwd. Dit bakwerk woog soms bijna tien pond.
In India werd de bruidstaart echter soms ook omgeven door netels en doornen. Ook daar vormde het gebak het middelpunt voor de later ingevoerde dansen.
De Romeinen
In het oude Rome werd een gedeelte van de bruidstaartjes aan Jupiter, de god van de gehuwden, geofferd.
Op de feestdis prijkte het andere deel van de taart. Deze bestond uit drie delen of drie etages. De bovenste kap was bestemd voor Jupiter, het middenstuk was voor het bruidspaar en het onderste gedeelte, dat tegelijk het grootst van omvang was, was bestemd voor de bruiloftsgasten. De taart was versierd met groen, waarin vooral laurierbladeren domineerden.
Op Sardinië wordt tot op de dag van vandaag de bruidstaart door laurierbladen omgeven, het symbool van rijkdom en vruchtbaarheid.
In de geschriften ‘Institutiones' van de Romeinse rechtsgeleerde Gaius (omstreeks 150 jaar n. Chr.) vinden we een verslag over een huwelijksinzegening uit die tijd. Er werd een koek gebruikt om het definitieve karakter van het huwelijk te duiden; de koek symboliseerde een goddelijk teken van Jupiter zelf - de Oppergod die ook de beschermer van het brood was. Deze koek werd gemaakt uit tarwegraantjes. De blijde gebeurtenis werd door 10 getuigen bezegeld.
In het oude Rome bestond ook de gewoonte dat de bruid bij het sluiten van het huwelijk drie korenaren in de hand droeg. Boven haar hoofd hing een koek van gemalen koren, vermengd met zout. Dit was een symbool van overvloed.
Perzië
Oude stenen tafelen uit Perzië maken melding van de ceremonieën tijdens een kòninklijk huwelijk. Hier kwamen honderden bakkers aan te pas die twee miljoen broodjes bakten, gemaakt van tarwe, honing en kruiden.