Tulband voor Vastenavond
Parijzer tulband
Men maakt van ongeveer acht en een half ons (840 gr.) meel, met melk en gist een deeg, dat men goed laat rijzen. Inmiddels roert men 420 gram boter met zes eieren en zes eierdooiers, doet er wat zout, 105 gram suiker, de geraspte schil van een oranje- of chinaasappel, een half glas rum, een lepel gehakte amandelen, 105 gr. rozijnen, 105 gr. druiven (of krenten) er by, vermengt dit alles onder elkander en doet het onder net deeg. Mocht het soms te dik zijn, dan doet men er nog wat melk bij, klopt alles goed dooreen en vult een met boter bestreken vorm met het deeg, laat het wat rijzen en bakt het gedurende een uur bij matige hitte.
Tulband op een andere wijze
Men maakt van ruim vijf en een half ons (560 gr,) meel, een kwart kan ( ¼ liter) melk en gist een deeg, dat men goed laat rijzen. Dan doet men er 140 gr. geroerde boter, een weinig zout en suiker, zes eierdooiers en zeven lood (70 gr.) krenten bij, mengt dit onder het deeg, klopt dit goed en doet er ten slotte het tot schuim geklopte wit van zes eieren luchtig onder. Men doet het deeg in een met boter bestreken vorm, laat het rijzen en bakt het gedurende een uur.
Tulband op een derde wijze
Men maakt van 560 gr. meel met melk en gist een deeg, dat men goed laat rijzen. Inmiddels roert men 140 gr. boter tot schuim, klopt er drie eierdooiers onder, vermengt dit met het deeg, benevens wat zout, suiker en kaneel en nog wat melk, klopt het deeg goed door en vult daarmede een met boter bestreken vorm. Nadat het nogmaals gerezen is bakt men het gedurende een uur in den oven.
Bron:
Anna Huber's volledig keukenboek voor Vastendagen, voor Hollandsche tafels bruikbaar gemaakt. Naar den vijfden Duitschen Druk bewerkt door mevr. A. Nuyens. Gouda, G.B. Van Goor Zonen, 1877