Geboorte
Het in ontvangst nemen van een fraaie krentenwegge bij een geboorte was niet alleen voorbehouden aan het ‘gewone’ volk; ook het koninklijk huis ontving met regelmaat delegaties die een krentenwegge aanboden na een Koninklijke geboorte.
Prinses Beatrix
Het was bakker Meijer uit Lichtenvoorde die op 31 januari 1938 aan Prinses Juliana een krentenwegge aanbood ter gelegenheid van de geboorte van prinses Beatrix. Van der Ven: ‘Al diezelfde dag mocht de heer Meijer een dankschrijven van de volgende inhoud ontvangen: “In opdracht van Hunne Koninklijke Hoogheden, Prinses Juliana en Prins Bernhard, heb ik de eer aan den Heer Meijer, bakker te Lichtenvoorde, Hunnen dank over te brengen voor de zeer gewaardeerde aanbieding der krentenwegge, welke door Hunne Koninklijke Hoogheden met bijzondere erkentelijkheid is aanvaard”. Was geschreven: w.g. Jhr. Baud Particulier- Secretaris
Een deftig uitgedoste delegatie van de Twentse klootschietersbond trok een maand na de geboorte van Beatrix met een krentenwegge naar Soestdijk. Het brood werd daar plechtig aangeboden onder het uitspreken van een rede in het Twentse dialect; tevens werd er een speciaal voor de gelegenheid ontworpen oorkonde bij overhandigd.
De 'Bond van Boerinnen en andere Plattelandsvrouwen' van Aalten organiseerde , eveneens ter gelegenheid van de geboorte van Beatrix, een 'Koninklijk Kraomschuddersmaol ' voor de eigen leden.
De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch liet zich evenmin onbetuigd. In februari 1938 trok men ter gelegenheid van de geboorte van prinses Beatrix naar het paleis om aan prinses Juliana een extra mooie en grote Bossche koek, versierd met "reuskes" (roosjes) en wat dies meer zij, aan te bieden. De toenmalige burgemeester, de heer van Lanschot, liet daarop het volgende koekrijm klinken:
Koninklijke Hoogheid, Hier is een Bossche koek, We doen bij dit geschenk Een nederig verzoek: Wilt nemen eens de proef, En nimmer dan vergeten. Dat Bossche koek het gezondst is Wat een mens kan eten.
De geboorte van prinses Beatrix leidde overigens tot een nieuwe variant op een reeds lang gekend broodje. Een vindingrijke bakker uit Steenbergen bood aan al zijn klanten een broodje aan in de vorm van een bakerkind, versierd met een oranje strik. De broodjes werden natuurlijk "Beatrixjes" genoemd maar dat werd al vlug verkort tot "Trisjes" . Volgens een andere bron heetten de broodjes aanvankelijk Beatrijsjes en werden ze gebakken door de bakkerij N.V. “De Zeeuw”.
Prinses Marijke
Ter gelegenheid van de geboorte van Prinses Marijke trokken op 28 februari 1947 onder leiding van de toenmalige burgemeester van Hengelo ‘De Spöllers en Daansers’ naar Soestdijk om er een krentenbrood aan te bieden. De rasechte Tukkers waren gezeten op twee ouderwetse boerenzeilwagens en reden door zware sneeuwval park naar het paleis. Daar wachtte de Koninklijke familie het gezelschap op om het traditionele geschenk van de krentenwegge in ontvangst te nemen.
Het traditionele karakter van de “kroamvesiet” werd ook op paleis Soestdijk in ere gehouden. De heer H.J. Varenhorst liep, als de reïncarnatie van de Hengelose klepperman Tuffeltoon, op de paleistrap toe, waar baron Baud hem op het bordes opwachtte. Na enige malen met de beukenhouten klepper te hebben geslagen sprak Tuffeltoon de volgende woorden:
De wönners van Hengel, oet ’t Oosten van ’t laand, Stuurt hier de Wachter, met de klep in de haand. Ik bie’w der van, duw’t hoast niet te woagen, Um an den Konlijken kroamheer te loaten vroagen, Of ziene Hoogheid zich hier wil loaten zeen, Dan zal ik zeg’n, waw an hebt te been.
Het hele tafereel werd door prins Bernhard op film vastgelegd. Hij werd daarop door Tuffeltoon rechtstreeks toegesproken: Hoogheid, Hier stoe ik te stotteren en te stameren, Veur de deur van de Koninklijke kameren, Hier stuurt mie dee, Ik wee nich al, wee. Ik bin al opstaan, veur dag en doaw, En te voot kommen, dat gunk nich gauw, Maar ik heb mien beste doan, Zodat ik op tied hier veur die kan stoan Um veur de wönners van Hengel belet an te vroagen, Want um dar zo mer an te kom’n, dat dof’n ze nich woagen. En duw’t ze te kommen, dan stel ik veur Um de vrouwleu te ropen, hier vlak veur de deur. Dee vrouwleu komt met ne kromme aarm, Ze zit in de zeilwagen en hebt doa niks waarm.
Daarna traden de dames Rieki ter Weele en Annie Nijhof naar voren: Konlijke Hoogheid, Wie zint van morgen vroog oppe stoan, Um op tied veur de paleisdeure te kunnen stoan. Wie zint van Hengel hierhene köm’n En hebt de noaberplichten op ons nöm’n. In ’t körfke hebbe wie koffie, soker, beschuten en kook, Ook wat der maakt wat in Hengel, van katoen tot ’n book. Oet naam van de leu oet Hengel, beede wie, Dit an de konlijke kroamleu, met ne wens der bie, Dat Oranje noch lange mach bliewen bestoan, Now geleuw wie daw veur de manleu oet de ziet mer mut goan.
Hoogheid, nemt dit an van de Helgelder, Dee na blie bint met de Jonge Prinses.
Nadat de vrouwlui op deze wijze hun entree hadden gemaakt, richtte Tuffeltoon zich nog eens tot de prins: Hoogheid, No zit de manleu noch op den wagen, Ast zine Hoogheid no moch behagen Um ook te kieken wat dee komt schenken, Dan wil ik ze wal noader wenken. Ze zol’na bang wen, daw hun ko’n vergetten En as ’t lang duurt begint ze noch met ’n weg’n te etten.
Konlijke Hoogheid, kroamheer van ’t paleis, Wie komt oet ’t Oosten Mer nich van het Westen. Wie zint nich van de slimsten Mer ook nich van de slechtsten. Wie komt oet ne goo stad Met winkels, herberg’n en toorns En bint blie dat er hier ne prinses is geboorn. Doarum kom wie van Hengel, met ne opdrag En hebt ne groot’n weg’n veur de kroamvisite met brach. Dit is bie ons van olds her de mode west En gin gek gebroek, want ze smaakt meest best. En no vroege wie met good fesoen, Of ze den deur veur ons los wilt doen En ons nich langer te letten Dat ons ’n ogenslag kunt zetten.
Nou wil wie ons nich langer bedenken, Wil ons ’n glasken brandewien schenken En is er dan gin brandewien, Wie mag ’t ook wa oal’n kloarn lien.
Hoogheid, oet naam van de manleu oet Hengel beede wie dissen weg’n an as bewies van de aanhankelijkheid an ’t Oranjehoes, en dat de geboren Prinses in eer en deugd mach op greuen.
Voordat men huiswaarts keerde werd de wegge aangesneden door de prins waarna enkele Twentse boerendansen werden uitgevoerd waaraan op verzoek van prins Bemhard enkele hofdames en de prinsesjes Beatrix en Irene meededen.
Prins Willem Alexander
Wijlen bakker en auteur Martin Mooren maakte ter gelegenheid van de geboorte van prins Willem Alexander een fraai stuk suikerwerk waarbij een paar Nederlandse leeuwen rond een wiegje staan.
Prinses Gracia
In 1956 verzochten de organisatoren van de bakkersvakwedstrijden, die toen in Zwolle werden gehouden, prinses Gracia van Monaco om erin toe te stemmen bij de geboorte van haar kind enkele maanden later de Nederlandse kampioen in de klasse krentenbrood te ontvangen. Een en ander had tot gevolg dat de winnende bakker (die - pikant detail - overigens niet uit Twente maar uit het Groningse Uithuizen kwam) vergezeld van zijn vrouw en een deputatie uit de Nederlandse bakkerswereld zich in februari 1957 per vliegtuig naar Monaco begaf om daar met de nodige publiciteit een prachtig opgemaakte krentenwegge van anderhalve meter lengte uit Nederland aan te bieden.
15 oktober 2015 | 01:43
22 februari 2019 | 05:57