Sint Hubertus (3 november)
Inleiding
Hubertus werd rond 656 in Aquitanië (Frankrijk) geboren. Van zijn leven is niet zoveel bekend. Hij stamde af van een adellijke familie. Zijn vader, Bertrand, was hertog van Gasconië. Hubertus leefde een tijdlang aan het hof van Diederik in Neustrië (673) en was ook in dienst bij Pepijn van Herstal (680-714). Hij genoot volop van het leven aan het hof en nam enthousiast deel aan wilde jachtpartijen in de Ardense wouden.
Bekering
De overlevering vertelt dat Hubertus het waagde om op Goede Vrijdag te gaan jagen. Hij had de achtervolging op een hert ingezet toen het dier zich plotseling omdraaide. Tussen
de horens van het gewei verscheen een schitterend kruis. Hubertus hoorde een stem die hem aanmaande zich te bekeren of hij zou in de hel terechtkomen. Daarop vroeg Hubertus wat hem te doen stond. Hij kreeg als opdracht zich te laten onderwijzen door de Heilige Lambertus, bisschop van Maastricht. Deze legende zou in oorsprong eigenlijk over Sint Eustachius handelen, een Romeins officier uit de 2e eeuw, die zich na het wonder bekeerde en om die reden later de marteldood stierf. Hij werd en wordt ook op 3 november vereerd als patroon van de jacht.
Bisschop van Luik
Sint Hubertus werd onder de leiding van Sint Lambertus een goed christen, weigerde eretitels en deelde al zijn bezittingen aan de armen uit. Na de dood van Lambertus werd Hubertus bisschop. Hij bleef evenwel bescheiden, deed afstand van het materiële, bad en vastte veel en werd een heel beroemd predikant.
Nadat hij in Tervuren een kerk gewijd had, werd hij plots ziek en stierf rond 727. Zijn lichaam werd bijgezet in de collegiale kerk van Sint Pieter in Luik. Op 3 november 743 werd hij heilig verklaard. Zijn relieken, onder andere een bisschopsstaf, een jachthoorn en een stuk van een ivoren baardkam, werden in 825 naar de vervallen abdij van Andage bij Sint Hubert in de Ardennen overgebracht. Van hieruit ging Lodewijk de Vrome (814-840) dikwijls op jacht. Mogelijk werd Sint Hubertus door die associatie schutsheilige van de jagers. In de kunst wordt hij meestal afgebeeld als een ridder te paard of als bisschop. Het hert met het kruis is steevast aanwezig.
Sleutels
Een andere traditie steunde op het verhaal dat Sint Pieter aan Sint Hubertus een sleutel gegeven zou hebben bij zijn wijding tot bisschop. Met de kopieën daarvan kon de beet van een dolle hond bij dieren uitgebrand worden. Deze Hubertussleutels hadden de vorm van een kroontje of sleutel. De dieren moesten na het uitbranden van de wond 9 dagen afgezonderd worden. Hun eigenaars moesten elke dag bidden en het dier 's morgens gewijde haver of brood voeren. Dit Hubertusbrood werd op 3 november gebakken en gewijd. Het werd ook aan mensen aanbevolen maar was alleen effectief als het op de
nuchtere maag gegeten werd.
18 oktober 2015 | 17:12
11 mei 2018 | 20:29
21 oktober 2018 | 02:06
21 februari 2019 | 18:00
26 juni 2019 | 21:58