Oud en Nieuw
Oud- en Nieuw: festijn van wafels en oliebollen
Zoals bij alle andere belangrijke rituele overgangen wordt Oud & Nieuw gevierd met overvloedig eten en drinken. Niet alleen ter verhoging van de feestvreugde en het vergroten van een stukje gemeenschapszin maar ook als afweer tegen allerlei vormen van tegenspoed. Met rook en lawaai van zevenhonderklappers, donderbussen en gillende keukenmeiden worden demonen verdreven als herinnering aan oude magische bezweringen en rituelen.
Sint Sylvester
Het Nieuwjaarsfestijn begint, net als andere feesten van goeden huize, de avond van tevoren. Liturgisch gesproken vieren we dan het feest van Sint Sylvester.
In Vlaanderen vierde men zijn naamdag vroeger vooral met vette, meelrijke en kiemkrachtige spijzen zoals room, erwten, bonen of - nog eerder - met gierst, vis en diverse koolsoorten. Paarden, hazen, varkens, bomen, mensenparen waren in brood- en banketvorm terug te vinden op de oude boerensteden of in de etalages van de bakker. Oude geloofs- en eeuwigheidsymbolen als ringen, bollen en krakelingen werden tevens uitgebeeld. (Warm) bier, punch en bowl hadden tevens hun nut: 's ochtends dronk men op de gezondheid, 's middags op de kracht en 's avonds op de schoonheid.
Juliaanse kalender
Sinds 1575 wordt in Nederland Nieuwjaar op 1 januari gevierd. Voor die tijd waren er verscheidene aanvangsdata in gebruik en heerste er een complete verwarring. Het schijnt dat de oorspronkelijke inwoners van onze streken geen vaste kalender bezaten
en een midwinterfeest vierden vanaf de dag die zij voor de kortste van de jaarcyclus hielden tot aan de dag waarop de zon definitief herboren leek. Die periode, de Z.g. joeltijd, duurde twaalf nachten en liep volgens Romeinse maandaanduidingen van eind
december tot begin januari. De Romeinen zelf lieten aanvankelijk het nieuwe jaar op 1 maart beginnen. Pas sinds de invoering van de Juliaanse kalender in 44 v. Chr. (door Julius Caesar) gold 1 januari als Nieuwjaarsdag.
Van oudsher werd dan de nieuwe senaat geïnstalleerd en om een of andere reden heeft
men van dit begin van het ambtelijk jaar tevens dat van het burgerlijk jaar gemaakt. Met de verbreiding van de Romaanse cultuur werd die dag door steeds meer mensen aanvaard. Ondertussen echter probeerde de Kerk andere data ingang te doen vinden. Eerst stelde zij Pasen voor, daarna Epiphanie (het latere Driekoningen), vervolgens Kerstmis en tenslotte de eerste adventsdag, terwijl ook nog Maria Boodschap
is voorgesteld. Voor Nederland heeft de Spaanse landvoogd Requesens de knoop doorgehakt. Het kerkelijk jaar bleef wel bestaan, maar verloor maatschappelijk
aan betekenis. De kalenderhervorming van paus Gregorius in 1582 kon daar evenmin iets aan veranderen en zo valt Nieuwjaar op de dag waarop het door toeval en willekeur is terechtgekomen.
Romeinen
Het presenteren van speciaal gebak rondom Oud en Nieuw was al een gewoonte bij de Romeinen. Zij vierden dan hun ‘nieuwe manen'.
Later werd de eerste dag van het jaar ook als feestdag ingesteld. Men maakte zijn opwachting bij de magistraten en iedere cliënt bracht aan zijn patroon een klein geschenk.
Van Rome gingen deze Nieuwjaarsgebruiken over op de Germanen en ook na de invoering van de Gregoriaanse kalender in 1582, toen 31 december als laatste dag van het jaar werd bestempeld - daarvoor begon het nieuwe jaar met Pasen - bleven nog tal van oude gebruiken in zwang.
Dat er vroeger niet alleen veel werd gegeten, maar ook veel lawaai werd gemaakt, blijkt wel uit een decreet, waarin geschreven werd:
‘Si quis Januaris calendas, ritu Paganorum colere, anathema sit', wat wilde zeggen: vervloekt is hij, die op de wijze der heidenen Nieuwjaarsfeest viert.
Geschenken van peter en meter
Appelbollen, beignets, saucijzenbroodjes en oliebollen waren met name voor Oudjaar
bedoeld. Voor Nieuwjaarsdag bakte de bakker wafels, oublies en sneeuwbollen. Deze laatste producten behoorden voornamelijk tot het assortiment van de plattelandsbakker in de grotere Friese dorpen, zo schrijft Ria Efdee.
Vlechtbroden, beendergebakken en grote krakelingen werden, al dan niet voorzien van geldstuk, aan de peetkinderen geschonken door peter en meter. In Katholieke streken handhaafde dit gebruik zich vooral op Allerzielendag, terwijl in overwegend Protestantse streken deze giften naar Nieuwjaarsdag werden verschoven.
In Hoorn werd op Oudejaarsavond na kerktijd de bekende Hoornse broeder geserveerd: twee ronde schijven krentenbrood, met daartussen stroop en suiker.
Gedicht
Op nieuwjaers avond
De bakker sloeg zijn wijf
Al met de heete palen
Zoo deerlijk op haer lijf
Het wijf kroop in den oven
De bakker achterna
Zij waren zoodanig bestoven
Ik wensch u een zalig nieuwjaer.
15 juli 2017 | 17:13
18 juli 2017 | 17:08
23 april 2018 | 02:17