Bekende banketproducten en hun historie
Hernhutters
De Evangelische Broedergemeente Hernhutters vestigde zich in 1734 in Nederland, in de buurt van IJsselstein om precies te zijn. Deze broedergemeente bestond niet alleen uit een kerkgenootschap maar ook uit een woon- en werkgemeenschap. Tal van bedrijven vielen onder hun toezicht zoals een schrijnwerkerij, een kleermakerij, een pruikenwerkplaats, een zijdefabriek en een brouwerij. Vanaf 1749 behoorde ook een Broederbakkerij tot het geheel. Deze bakkerij was tot 1962 te vinden aan het Broederplein 43 – 45 in Zeist.
De eerste broedergemeente ontstond nadat Johannes Hus in 1415 vanwege zijn geloofsovertuiging op de brandstapel om het leven werd gebracht. Deze gebeurtenis veroorzaakte grote onrust in delen van het vroegere Tsjecho-Slowakije. Een deel van de bevolking maakte zich los van de kerk van Rome en vormde een eigen gemeenschap die strikt wilde leven volgens de normen van het evangelie.
De naam ‘Hernhutters’ is afkomstig van het woord ‘Herrnhut’ wat ‘onder ’s Heren hoede’ betekent.
De eerste bakker in de Broederbakkerij was een Duitser genaamd Carl Schütz. In de 213 jaar dat de bakkerij bestond heeft hij 6 opvolgers gekend en ook de laatste bakker heette Schütz. De goede man stopte met zijn werk in 1929 waarna de bakkerij tot 1962 werd overgenomen door Remmelt Lukkien: geen Hernhutter maar toch werkzaam in de tradities van de Broeders.
De Broederbakkerij kende diverse afzetgebieden. In de eerste plaats was het een normale bakkerij met een normaal assortiment dat verkocht werd in de winkel. Producten werd bezorgd onder andere Zeist, Bosch en Duin en Huis ter Heide.
Daarnaast waren er de zogeheten ‘stuurklanten’. Deze klantengaven hun bestellingen door via een lijst en kregen dit vervolgens toegestuurd. Deze stuurklanten waren verspreid over het hele land.
Uiteraard werden er ook producten gebakken die bestemd waren voor de erediensten van de Broedergemeente. Deze werden volgens een brief uit 1797 van de Utrechtse domineesvrouw Jacobina Masman ‘met bijzondere toewijding gebakken, zodat ze zich van ander brood onderscheiden. ‘
De eerste Duitse bakkers namen recepten mee uit hun vaderland en introduceerden deze in Zeist en omgeving.
Bekend en geliefd waren producten als harde pompernikkels (kruidkoek met amandelen) , kleine, knapperige krakelingen, Duits beschuit, het zware Oberländer brood, Nürnberger Lebkuchen, Oostenrijks Kerstbrood en Neuwiederkransen maar ook Zeister Geduld.
In de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog leverde men bovendien kerststollen aan het Koninklijk Huis.
De echte specialiteiten waren Baumkuchen en Oranjebloesemschuim waarin gedroogde oranjebloesem was verwerkt. De schuimpjes smaakten zo zoet dat ze door de Hernhutters ‘Schwesterküsslein’ werden genoemd.
Landelijk bekend waren en zijn nog steeds de Hernhuttertjes. Een journalist omschreef deze koekjes in 1958 als volgt: ‘Een schaal vol Hernhuttertjes, die op het eerste gezicht de soberheid en de onbeperkte zelfverloochening van hun geestelijke vaders ten volle uitdragen’.
Bakker Lukkien vertelde dat dat ze zijn ‘hoofdartikel’ waren, dat hij er per week 5 kilo van omzette en dat hij ze exporteerde naar onder andere Utrecht en Amsterdam.
3 mei 2015 | 19:31